Ronde 745  van de Onafhankelijke Radioamateurs Brabant “ORB” 17-06-2020


* Goedenavond zend, en luisteramateurs,

U kijkt weer naar de woensdagavond ronde.

En wij proberen u, zoals bij elke ronde weer wat nieuws te brengen.

Elke éérste dinsdag van de maand is er een

“besloten” bijeenkomst van de vriendenkring. 

Deze worden gehouden in het scoutinggebouw van Rey de Carle,

Bladelstraat 2 in de wijk Reeshof te Tilburg.

Op deze avonden is onze QSL manager aanwezig.

De bijeenkomsten hebben een vriendschappelijk karakter, waar we

Ervaringen kunnen uitwisselen, gewoon gezellig bij elkaar kunnen zijn.

Wat bijkletsen, met af toe een lezing.

En….

Dat willen we graag zo houden

Onze rondeleider is

Johan PD2JCW

 

 

*Mysterieuze ’radioflits’ uit de ruimte bereikt de aarde.

Frank Webmaster PI4RAZ

Geplaatst op 9 juni 2020.

Een mysterieus ruimtefenomeen houdt sterrenkundigen bezig.

Voor de tweede keer is er namelijk een ’repeterende radioflits’ waargenomen.

Een vorm van licht van ver buiten ons sterrenstelsel, die om het half jaar de aarde bereikt.

Radiotelescopen over heel de wereld deden de ontdekking.

Puerto Rico, de Verenigde Staten en Groot-Brittannië: overal werd het fenomeen waargenomen.

Elke 157 dagen komt er een ’fast radio burst’ (FRB) op aarde,

van een afstand van honderden miljoenen lichtjaren weg.

Eerder was er al ontdekt dat een andere radioflits elke zestien dagen de aarde bereikt.

Maar wat zijn die FRB’s nou eigenlijk?

Topastronoom Jason Hessels van de UvA,

die dit jaar de NWO Vici-beurs won voor onderzoek naar het fenomeen, legt uit.

„Met een gewone, optische telescoop kun je naar de ruimte kijken”, vertelt hij.

„Maar met een radiotelescoop kun je radiogolven waarnemen.

Dat is licht met een lange golflengte, dat we niet met het blote oog kunnen zien.

De afgelopen tien jaar is ontdekt dat er radioflitsen bestaan.”

Die flitsen duren maar een milliseconde.

„Honderd keer korter dan het knipperen van het oog.

Het gaat dus razendsnel.

In de eigenschappen van het signaal en de vertraging die het heeft opgelopen,

kunnen we meer te weten komen over wat er tussen de bron en ons als ontvanger zit”, vertelt Hessels.

Licht heeft namelijk een bepaalde snelheid, maar die verandert als het door een bepaald materiaal gaat.

„Daarmee kunnen we de afstand schatten tussen ons en de bron, maar ook wat er tussen zit.”

Omdat de bron honderden miljoenen lichtjaren ver weg is, zijn de afstanden niet alleen onoverbrugbaar,

maar ligt de oorzaak voor de radioflitsen ook miljoenen jaren achter ons.

Ruimtemannetjes?

In de radioflitsen, die dus ontzettend kort duren, zit ongelooflijk veel energie.

„Je hebt het over de hoeveelheid energie die onze zon in één dag uitzendt,

maar dan in één milliseconde gepropt”, legt de astronoom uit.

De omstandigheden van het ontstaan van die FRB’s zijn dus ook heel extreem.”

Toen er individuele radioflitsen werden gevonden, deden de wildste theorieën de ronde.

Aliens die hun ruimteschepen startten, hoopte men.

Maar nu twee flitsen zich volgens een patroon blijken te herhalen,

kan die theorie volgens Hessels overboord.

„Ruimtemannetjes?

Het is de leukste verklaring, maar niet de meest logische.”

Ook een imploderende ster of een verdwijnend zwart gat kan zo’n enorme hoeveelheid energie afgeven.

Maar dat gebeurt slechts een keer, dus dat zou de herhaling niet verklaren, vertelt Hessels.

Sterren

Maar wat dan wel?

„In de astronomie zijn veel cycli.

Heel veel dingen roteren of draaien om elkaar heen.

Onze zon doet er bijvoorbeeld zo’n 26 dagen over om de as te draaien

en de aarde draait in 365 dagen om de zon.

Deze flitsen kunnen worden veroorzaakt door twee hemellichamen,

sterren bijvoorbeeld, die bij elkaar in de buurt komen.”

Hessels legt uit dat de magnetische velden van zulke objecten dan met elkaar kunnen ’interfereren’

met een enorme hoeveelheid energie als gevolg.

„Die omstandigheden zijn dan echt extreem.

Maar het zijn ook extreme objecten die heel stevig in elkaar zitten,

dus ze kunnen die krachten wel aan.”

Echt zeker weten zullen we het overigens vermoedelijk nooit.

Daarvoor is het simpelweg te ver weg en te lang geleden.

https://www.pi4raz.nl/   PA3E

 

 

*DX-tips.

Frank Webmaster PI4RAZ

Geplaatst op 12 juni 2020

De DX-tips voor de week van 12 – 19 juni

CUBA, CO. Special event station CO200SMP is QRV until June 30 to celebrate the 200th anniversary

of San Miguel del Padron, one of the fifteen municipalities that make up the city of Havana.

Activity is on the HF bands using CW, SSB and FT8. QSL direct to CO2AME.

ANGOLA, D2. Gabriel, D2EB, has 6 meter capabilities and may soon be active from Grid Square JI61pe. QSL via IZ3ETU.

ENGLAND, G. Members of the Chelmsford Amateur Radio Society will be QRV

with special event station GB100MZX from June 13 to 20 to commemorate the first official British radio broadcast

100 years ago. QSL via operators’ instructions.

WALES, GW. Members of Dragon Amateur Radio Club are QRV from special event station GB0MZX

until June 21 to commemorate the first official British radio broadcast 100 years ago. QSL via operators’ instructions.

JAPAN, JA. Katsu, JR7AMZ is QRV from Oshima, IOTA AS-206.

Activity is on the HF bands using mostly FT8. QSL via JA7ZRY.

SVALBARD, JW. Bjorn, LA5NUA and Jurn, LA5LUA are QRV as JW5NUA and JW5LUA,

respectively. QSL via operators’ instructions.

BRAZIL, PY. Members of the Clube de Radioamadores de Sao Miguel do Oeste are QRV

with special call ZZ60CRASMO during June to celebrate the club’s 60th anniversary. QSL direct to PP5DZ.

SOMALIA, T5. Ali, 6O1OO has been active on 20 meters using FT4 in DXpedition mode around 2320z. QSL direct to home call.

CHAD, TT. Nicolas, TT8SN has been active on 6 meters using FT8 just after 1000z. QSL via DL9USA.

MALI, TZ. Jeff, TZ4AM has been QRV on 20 meters CW around 0820z.

QSL via W0SA.

EUROPEAN RUSSIA, UA. Special event station R20RUS and RU20RU are QRV

until June 14 to celebrate Russia Day. QSL via operators’ instructions.

AUSTRALIA, VK. Members of the Wireless Institute of Australia are QRV

with special call VI110WIA until the end of 2020 to celebrate the club’s 110th anniversary.

Activity is on the HF bands. QSL via LoTW.

INDIA, VU. Verghese, VU3WNI is QRV with special call AU9VV until August 20 while participating in the STAY-HOME activities.

In addition, VU2USI is QRV as AT2SAH until August 19. QSL via operators’ instructions.

CAYMAN ISLANDS, ZF. Frank, KK5XX is QRV as ZF2FD from Grand Cayman, IOTA NA-016, until June 17.

Activity is holiday style on 80, 40 and 20 meters using CW and SSB. QSL to home call.

https://www.pi4raz.nl/   PA3E

 

 

*Weer een first op 40MHz.

Frank Webmaster PI4RAZ

Geplaatst op 15 juni 2020.

Eind april 2020 heeft LY2YR in Litouwen een verbinding gemaakt met EI4GNB in ​​Ierland

en dat was het eerste LY-EI QSO op de nieuwe 40 MHz-amateurband.

Gintas, LY2YR bereikte opnieuw een primeur op 13 juni toen hij Borut, S50B in Slovenië werkte met de FT8-, FT4- en CW-modi.

De gebruikte frequentie was 40.680 MHz, wat zich in het midden van de ISM-band (Industrial, Scientific, Medical) bevindt.

Hoewel de ISM-band van 40,660 MHz tot 40,700 MHz sinds 1998 is toegewezen voor bakens in Slovenië,

heeft de vergunningverlenende autoriteit pas dit jaar duidelijk gemaakt dat radioamateurs ook contacten mogen leggen.

De verbinding tussen LY2YR en S50B was over ongeveer 1270 km en de propagatiemodus was Sporadische-E.

Hoewel die afstand vrij normaal is voor Sporadische-E, waren er wat problemen

vanwege enkele 1000 meter hoge bergen op slechts een paar kilometer van de locatie van S50B.

LY2YR maakte ook nog een FT8-QSO met S50TG, de 17-jarige zoon van S50B.

Meer informatie:

https://ei7gl.blogspot.com/2020/06/first-contact-between-lithuania-and.html

https://www.pi4raz.nl/   PA3E

 

 

* Raspberry Pi FUNcube satelliet telemetrie decoder nu beschikbaar.

Frank Webmaster PI4RAZ

Geplaatst op 16 juni 2020.

Het FUNcube-team heeft de beschikbaarheid aangekondigd van FUNcube CubeSat satelliet telemetrie-decodersoftware

voor het populaire Raspberry Pi-computerbord.

De originele FUNcube-telemetriedecoder en -dashboard is ontworpen om op Windowsapparaten te draaien

en het FUNcube-team heeft het telemetrie-formaat gepubliceerd in overeenstemming

met de tradities en vereisten van de Amateur Satellite Service.

Het team was van plan de telemetrie-decoder als open-source software ter beschikking te stellen

en een implementatie op Linux te bieden, maar verschillende nieuwe missies

na de oorspronkelijke FUNcube-1 vertraagden hun plannen enigszins.

Eind 2019 kreeg het team de kans om een ​​grondstation met laag vermogen / lage impact te ontwikkelen,

gebaseerd op Docker-containers, voor gebruik op de Neumayer III Antarctische basis bij DP0GVN.

Dit leidde ertoe dat de code zo ontwikkelden werd dat deze op een Raspberry Pi zou kunnen draaien.

Duncan, 2E0GTV, heeft deze variant van de code kunnen produceren en stelt ons in staat

om onze open source-inzet voor het FUNcube-project volledig te realiseren.

De Linux-implementatie is geschikt voor gebruik op Raspberry Pi-versies van 2B + tot 4 en

met een FUNcube-dongle (Pro of Pro +).

De software stemt een dongle af om alle drie FUNcube-compatibele satellieten te zoeken

en te volgen die momenteel operationeel zijn.

De telemetrie-decoder is geconfigureerd met vijf actieve decoders die gelijktijdig werken,

zodat hij kan omgaan met situaties waarin meer dan één van de satellieten tegelijkertijd ontvangen wordt.

De decoder en warehouse-uploader werken als een Docker-container en voor het gemak zijn

er shell-scripts beschikbaar om de container in een van de twee modi te starten:

• “Interactieve modus” is wanneer de telemetriedecoder op de voorgrond werkt.

Zodra FUNcube-compatibele telemetrie wordt ontvangen, worden de overeenkomstige hex-gegevens

op het terminalscherm weergegeven.

• Met “Achtergrondmodus” kan de telemetriedecoder als Docker-image op de achtergrond worden uitgevoerd,

waar het net als elke andere achtergrondservice op Linux werkt.

In deze modus kan de telemetriedecoder automatisch opnieuw worden opgestart na het uitschakelen

of opnieuw opstarten van de Raspberry Pi, waardoor deze geschikt is voor gebruik op afstand.

* Beide modi zullen, indien verbonden met internet, de ontvangen gegevens uploaden naar het FUNcube Data Warehouse

en de totalen zullen op de normale manier op de rankingpagina worden weergegeven.

* Uploaden naar het warehouse vereist online registratie bij het FUNcube Data Warehouse.

Alle code voor de telemetriedecoder en de scripts om de Docker-images te bouwen,

worden nu online gepubliceerd onder een GPL Open Source-licentie op het FUNcube-Dev GitHub-account

https://github.com/funcube-dev

Daarnaast is het mogelijk om een voorgeprogrammeerde microSD card voor de Pi te kopen van de AMSAT-UK shop op

https://shop.amsat-uk.org/

Volledige instructies kunnen gedownload worden op

https://tinyurl.com/RPi-FUNcube-Decoder

FUNcube Data Warehouse

http://warehouse.funcube.org.uk/missions

https://www.pi4raz.nl/   PA3E

 

 

* Russisch-Oekraïens radio-oorlog duurt voort.

Frank Webmaster PI4RAZ.

Geplaatst op17 juni 2020.

De nieuwsbrief van het International Amateur Radio Union Region 1 Monitoring System (IARUMS)

meldt dat de Russisch-Oekraïense radio-oorlog, die al sinds jaren woedt op 7055 kHz LSB

(maar ook op 7050 of 7060 kHz) een nieuw escalatieniveau bereikte in mei.

“Bijna elke dag hoorde je de meest massale wederzijdse beledigingen en agressieve,

provocerende haat-rapmuziek in het Russisch”, zei nieuwsbriefredacteur en IARUMS Region 1-coördinator Peter Jost, HB9CET,

in de mei-editie van de nieuwsbrief.

“Bovendien zagen we van tijd tot tijd beledigende symbolen (bijvoorbeeld doodshoofden) in de waterval.”

Jost zei dat de daders zich in het grensgebied van Oost-Oekraïne met de Russische Federatie bevinden.

In mei verscheen een digitale stoorzender, met interferentie tijdelijk tot ongeveer 12 – 15 kHz breed.

‘IARUMS heeft geen middelen om deze radio-oorlog te stoppen’, schreef Jost.

‘Alleen nationale autoriteiten kunnen iets doen met internationale klachten.’

De Deutscher Amateur Radio Club (DARC) intruder watch heeft een officieel rapport

over de interferentie ingediend bij BNetzA, de Duitse telecommunicatieregelgever, meldde de nieuwsbrief.

Die zijn doorgaans zeer voortvarend met het indienen van klachten bij de regelgevers van de storing veroorzakende landen,

maar de vraag is of Rusland en Oekraïne zich daar iets van aan zullen trekken.

https://www.pi4raz.nl/   PA3E

 

 

* Zonder verleden geen toekomst.

Van het verleden kunnen wij altijd leren.

Op 14 juni 1951 werd de Univac 1, 's werelds eerste commerciële  elektronische computer geïnstalleerd.

Voor data opslag werd een  magnetische bandrecorder gebruikt.

Op 15 juni 1844 kreeg de Amerikaanse uitvinder Charles Goodyear het octrooi op het vulkaniseren van rubber.

Op 15 juni 1215  tekende de Engekse koning John het Magna Carta.

Dit document werd de basis van de moderne democratien.

Op 18 juni 1815 werd Napoleon bij Waterloo verslagen.

Daarmee werd 23 jaar van oorlog in Europa beëindigd.

Op 18 juni 1908 wordt door A. A. Campbell Swinton in Nature eenvolledig elektronisch televisiesysteem beschreven.

Op 19 juni 2001 startte de Nederlandstalige Wikipedia.

Op 21 juni 1979 presenteerde Sony de eerste Walkman, een draagbare cassetterecorder.

RTTY bulletin PI4WNO. PA3E

 

 

*Waarom moeten we A66 opheffen

Op de huishoudelijke vergadering van afdeling 66 van de VERON, Woerden en omstreken,

heeft zich niemand gemeld om de openstaande functie van voorzitter, secretaris en penningmeester te vullen.

Volgens het formele huishoudelijk reglement kan dan een afdeling niet functioneren.

Gevolg: het oude bestuur diende een verzoek in aan het VERON hoofdbestuur om  afdeling 66 op te heffen.

Was dit wel nodig?

In ons vorig bulletin hebben we het effect op onze afdelings activiteiten kort geschetst.

De maatregelen met betrekking tot de Cov-19 epidemie heeft enkele leden aan het denken gezet.

We zouden ons af kunnen vragen wat wij echt gemist hebben en hoe we verder zouden kunnen gaan.

De structuur van de VERON is van vervlogen tijden.

De aversie tegen het internet is grotendeels verstomd.

E-mail en Website spelen een steeds grotere rol bij de VERON communicatie.

We hebben in de afgelopen maanden diverse (kleine) activiteiten ontplooid

zonder dat dat georganiseerd werd door een formele bestuurder.

De afdeling structuur zou aangepast moeten worden aan deze tijd.

We zouden best eens kunnen kijken naar organisaties als HCC en KIVI

Fysieke bijeenkomsten zullen ook in de toekomst uitzonderingen blijven.

Ook radioamateurs willen ergens bij horen.

Dat houdt in binnen een gebied dat met VHF bereikbaar is.

Tenminste iemand zal de contact persoon moeten zijn tussen de groep en de landelijke vereniging.

Voer voor een hopelijk mogelijke bijeenkomst komende 17 sep.

 (PA0PHB)

RTTY bulletin PI4WNO. PA3E

 

 

*Herinneringen van een oldtimer.

Wim, PA0WV blikt terug op de vele bezoeken die aan afdeling 66, Woerden van de VERON bracht.

En is verbaast over de snelheid waarmee A66 opgeheven moet worden.

Woerden is een afdeling waaraan ik prettige herinneringen koester.

Ik zie de bezoekers van de clubmeetings en de xyl van een SK=ham die cake en koffie verzorgt,

daarom ook niet makkelijk integreren in een andere afdeling.

Het zendamateurisme ligt op zijn gat.

De neergang begon met invoeren C, omdat de techniek van twee zo hoogstaand en moeilijk was,

vervolgens kwam D die meer en meer gratis wilde,

want ze konden er toch ook niks aan doen dat ze de benodigde kennis niet eigen kon maken

evenals de wens alles zonder inspanning gratis te verkrijgen.

Daarna gingen we de Morse vaardigheden opheffen.

Inmiddels zoveel koopapparatuur op de markt dat dat de standaard werd in plaats van zelfbouwen

en ontwerpen en experimenteren.

En tot slot en als klap op de vuurpijl de ontwikkeling van Internet

waardoor je zo even met skype beeld-belt met Australië.

 (Wim, PA0WV)

RTTY bulletin PI4WNO. PA3E

 

 

*Herinneringen van een ex PK-er

Gerson van Messel, PK1VX SK, was een Nederlandse vliegenier en fervente radioamateur.

Op 24 maand was het 20 jaar geleden dat hij op 97-jarige leeftijd overleed.

Een terugblik op zijn periode in de 'Oost'.

Gerson van Messel schrijft:

En dan begon het in je shack, afgesloten van de wereld om je heen,

want plotseling klonk daar in je koptelefoon door je ontvanger geruis en de QRM

een onbekende stem: 'PK1VX PK1VX' en dan de roepnaam van een onbekende in een onbekende shack

met een onbekende RIG in een ander deel van de wereld.

Dan was je een echte wereldburger, een echte democraat, want ongezien ras,

kleur, geloof, politiek of wat dan ook: je zocht contact en had contact met iemand,

die op dat moment op dezelfde wereld frequentie was afgestemd.

Het klinkt allemaal een beetje hoogdravend, maar zo heb ik mijn eerste zenderjaren echt beleefd.

Dat je soms het zweet van je voorhoofd wiste en een Canadees seinde:

'Het sneeuwt hier verdomd hard!', trok je je daar niks van aan.

Je verheugde je alleen maar over het feit, dat je contact had met de anderen,

die net zo werelds dachten als jij!

Ik vloog veel op Sumatra, Medan en Sydney.

Dan kon ik soms mijn eigen RIG beluisteren, want de bouwer van mijn installatie, Jan

Leunis (ex-PK1XB, SK 1935), kroop dan achter de tafel en wachtte op mijn oproep vanuit de lucht.

Je eigen RIG horen is toch wel iets bijzonders, want wat je met eigen handen bouwt

en verzorgt ligt je nader aan het hart dan de duurste gekochte bullen.

In Sumatra had ik veel contact met PK4DG, OM van Eysbergen,

die me vaak af kwam halen van het vliegveld en dan meenam naar zijn plantage

op zo'n 200 kilometer afstand van Medan, in de buurt van Kisaran.

Hij had een RIG om van te smullen, zo mooi, met een apart zenderhuis, enz, enz.

Het was er ook altijd een oergezellige boel....

En dan mijn contact met Holland!

Op fone, ja!

In Bandoeng was het me nog nooit gelukt een PA0 aan de draad te krijgen,

wel Engelse en Franse hams.

Op een nacht, ik meen begin 1938, hoor ik PA0ON CQ-DX roepen.

Ik er meteen achteraan en jawel! R6, S6-7.

Hij heeft mijn schoonmoeder nog de groeten overgebracht en per kerende post kwam er bericht terug,

dat Oma ook zo'n 'ding' wilde hebben.

Daar hebben we maar even mee gewacht.

Ik heb nog contact gezocht met PA0ON, maar de huidige bezitter van die call heeft

zich pas na de oorlog in laten schrijven en kende de oorspronkelijke niet.

Dus maar verder zoeken.

Het gaf natuurlijk vele grappige voorvallen met deze verbindingen.

Als je zei, dat je wel eens langs zou komen om hun RIG te bekijken,

zei men altijd: ' You are welcome!' 'OK, zal ik dan overmorgen opbellen?'

Dan kwam altijd de verbaasde vraag, hoe dat mogelijk was en natuurlijk mijn vaste antwoord :

'Kom maar naar Mascot Airfield en vraag naar het KNILM-vliegtuig met Captain van Messel!

Als dat niet kan, laat dan maar een boodschap achter in het Australia-Hotel of kom s'avonds een borrel halen!'

Hieruit zijn fijne contacten ontstaan.

OM Gerson, was een trouw bezoeker van de PK-reunies.

 (PK-Jaarboek 1973)

RTTY bulletin PI4WNO. PA3E

 

 

* Hallo Luisteraars

Deze kwam ik tegen: aliens-gedijen-mogelijk-prima-nabij-dode-sterren.

08-05-2020 Caroline Kraaijvanger.

En dankzij een nieuw onderzoek kunnen we die aliens

– of nauwkeuriger gezegd: de sporen die zij op hun werelden nalaten

– gaan herkennen.

De afgelopen jaren zijn er tal van exoplaneten ontdekt.

En van een deel ervan wordt vermoed dat ze leefbaar zijn.

Met de telescopen van nu zijn we helaas niet in staat om leven op die exoplaneten te detecteren.

Maar naar verwachting gaat dat met de volgende generatie telescopen wel lukken.

Deze telescopen

– zoals de James Webb Telescoop en de Extremely Large Telescope

– zijn krachtig genoeg om in de atmosfeer van exoplaneten op jacht te gaan naar sporen van leven.

Dode sterren

En tijdens die zoektocht zullen de telescopen zich vroeg of laat ongetwijfeld ook op dode sterren

– zogenoemde witte dwergen – storten.

Want juist op de planeten die rond deze dode sterren cirkelen,

kunnen aliens zich naar verwachting slecht voor ons verborgen houden (zie kader).

Wanneer een ster aan het einde van zijn leven komt,

vallen de kernreacties die in het binnenste van de ster plaatsvinden, stil.

Wat overblijft is een uitgebluste kern van een ster, soms amper groter dan onze aarde.

En juist die beperkte omvang van zo’n dode ster maakt deze heel interessant voor astronomen

die op zoek zijn naar sporen van leven, zo legt onderzoeker Thea Kozakis aan Scientias.nl uit.

“Normaal gesproken is het zo dat we de transmitmethode gebruiken om nieuwe planeten

op te zoeken of hun atmosfeer te karakteriseren.

We wachten dan tot de planeet

– vanuit ons gezichtspunt gezien

– voor de moederster langs beweegt.”

Een regelmatige afname in de helderheid van de ster wijst er dan op

dat er een planeet rond die ster cirkelt.

En door het sterlicht dat door de atmosfeer van zo’n planeet sijpelt, te analyseren,

kunnen onderzoekers de samenstelling ervan analyseren.

“Wanneer een planeet ter grootte van de aarde voor een ster ter grootte van onze zon langs beweegt,

houdt deze slechts 0,01 procent van het licht van de moederster tegen.

Maar wanneer een planeet ter grootte van de aarde voor een doorsnee witte dwerg langs beweegt,

wordt meer dan 50% van het licht van die witte dwerg tegengehouden.

Dat betekent dat het veel gemakkelijker is om een planeet ter grootte van de aarde op te sporen

als deze rond een witte dwerg cirkelt.

En het is dus ook veel makkelijker om de atmosfeer van een planeet te karakteriseren,

als deze rond een witte dwerg draait.”

Er zijn dus goede redenen om juist in de atmosfeer van een planeet die rond een witte dwerg cirkelt,

op zoek te gaan naar sporen van leven.

Maar.

Hoe herken je die dan?

Een nieuw onderzoek van Kozakis en collega’s biedt meer duidelijkheid.

De wetenschappers hebben namelijk in kaart gebracht hoe het licht van een witte dwerg

door de atmosfeer van verschillende planeten valt en welke signalen in het lichtspectrum kunnen wijzen

op de aanwezigheid van moleculen die door toedoen van buitenaards leven in die atmosfeer zijn beland.

Eerder onderzoek

Het onderzoek borduurt in zekere zin voort op een eerder onderzoek

– waar Kozakis eveneens aan meewerkte

– waarin onderzocht werd hoe het licht van een witte dwerg van invloed is op de atmosfeer

van exoplaneten die om de witte dwerg cirkelen.

“Verschillende typen licht afkomstig van de witte dwerg kunnen zo’n atmosfeer veranderen,” vertelt Kozakis.

“Met name verschillen in de hoeveelheid Uv-licht die afkomstig is van de moederster

kunnen de chemie in de atmosfeer van een planeet enorm veranderen,

aangezien Uv-licht energiek genoeg is om moleculen uiteen te laten vallen.

Zo kunnen verschillende hoeveelheden Uv-licht ervoor zorgen dat er in een atmosfeer

meer of minder van een bepaal gas dat kan wijzen op de aanwezigheid van leven, te vinden is.

Het is belangrijk dat we dergelijke effecten begrijpen alvorens op zulke planeten op zoek te gaan naar leven.

We weten dan immers beter waar we naar moeten zoeken.”

Dit eerste onderzoek resulteerde in atmosferische modellen die onthullen

welke concentraties chemische stoffen je op verschillende hoogtes in de atmosfeer kunt verwachten

en simuleerden hoe licht door de atmosfeer van een planeet die rond een witte dwerg cirkelt, sijpelt.

Voor het nieuwe onderzoek hebben Kozakis en collega’s deze atmosferische modellen

opnieuw gebruikt om vast te stellen hoe atmosferen van planeten die rond witte dwergen cirkelen,

geleidelijk aan veranderen.

“Aangezien witte dwergen bij gebrek aan een interne warmtebron door de tijd heen afkoelen,

verandert ook de atmosfeer van planeten die rond de witte dwerg cirkelen,

doordat deze steeds minder UV-straling ontvangt,” legt Kozakis uit .

”Het onderzoek wijst uit dat deze veranderende atmosferische chemie van invloed is

op wat we met toekomstige telescopen in de atmosfeer van zo’n planeet gaan zien.”

En doordat we ons daar nu bewust van zijn, kunnen we die toekomstige observaties hopelijk beter duiden.

Ozon en methaan

Het onderzoek onthult niet alleen dat het mogelijk is om sporen van leven te vinden in de atmosfeer

van planeten die rond witte dwergen cirkelen, maar laat bovendien zien dat die sporen van leven

er door invloed van de moederster misschien net ietsje anders uit kunnen zien.

“Doordat witte dwergen ongeveer net zo groot zijn als onze aarde,

is het veel gemakkelijker om bio signaturen te ontdekken in de atmosfeer van planeten

die rond witte dwergen cirkelen,” stelt Kozakis.

Maar de chemie in de atmosfeer van planeten die rond witte dwergen cirkelen,

is net wat anders dan de chemie in onze atmosfeer.

“En dat zorgt ervoor dat sommige bio Signaturen er minder overvloedig

of juist overvloediger voorkomen dan op de moderne aarde.”

Neem bijvoorbeeld planeten die rond een koele witte dwerg cirkelen.

Hun moederster geeft minder Uv-licht af, waardoor hun atmosfeer ook anders is.

“Aangezien ozon ontstaat doordat Uv-licht zuurstofmoleculen afbreekt,

zal een planeet in een omgeving met minder Uv-licht ook minder ozon bezitten,

waardoor dat lastiger te detecteren is.

Tegelijkertijd mag je verwachten dat bio Signaturen zoals methaan of stikstofoxide

– die normaal afgebroken worden door Uv-licht of reacties met bijproducten van ozon

– weer relatief overvloedig in de atmosfeer van deze exoplaneten voorkomen.”

Oud of nieuw leven?

Mochten onderzoekers in de toekomst – geholpen door het werk van Kozakis en collega’s

– daadwerkelijk op buitenaards leven rond dode sterren, stuiten,

dan blijft er nog een prangende vraag hangen.

Namelijk: is dit buitenaards leven van voor of na De Ramp.

Waarbij ‘De Ramp’ verwijst naar de dood van de moederster.

Want dat gaat er nogal heftig aan toe en het is zeer twijfelachtig

of leven in de nabijheid van de moederster het stervensproces van die ster overleeft.

Mochten we leven nabij dode sterren vinden, dan is het dus niet ondenkbaar

dat het gaat om ‘nieuw’ leven: leven dat na de dood van de moederster is ontstaan.

En dat ‘nieuwe leven’ kan op twee manieren ontstaan.

Eén: op planeten die tijdens het sterven van de moederster zeer ver van de ster verwijderd waren.

Of twee: op planeten die pas na het sterven van de moederster zijn ontstaan.

“Sommige onderzoeken hebben middels simulaties aangetoond dat het mogelijk is

dat planeten of manen die oorspronkelijk ver van de moederster verwijderd waren

na de vorming van de witte dwerg door interacties met ander planeten

richting de dode ster migreren,” vertelt Kozakis.

“Dit soort objecten zouden tijdens het leven van de ster heel koud zijn geweest.”

Dat heeft natuurlijk alles te maken met het feit dat ze aan de rand van hun stelsel vertoefden,

op grote afstand van de warme moederster.

Van ons eigen zonnestelsel weten we echter dat juist objecten

die aan de rand te vinden zijn, bijzonder rijk zijn aan (bevroren) water.

“Dus als zulke objecten naar het binnenste van hun stelsel migreren,

ontdooien ze en zijn ze waterrijk.”

En dat is veelbelovend, als je bedenkt dat water een belangrijke vereiste is

voor leven zoals wij dat kennen.

“Een andere mogelijkheid is dat zodra een stervende ster zijn buitenste lagen

afstoot en er een planetaire nevel ontstaat, er vanuit het materiaal

van die nevel weer nieuwe planeten voortkomen.”

En zo kan een dode ster werelden om zich heen creëren waarop leven kan ontstaan en gedijen.

Aan toekomstige telescopen de eer om dat leven te gaan vinden.

Mocht dat lukken, dan moet er naar verwachting nog behoorlijk wat werk verzet worden

willen we een antwoord vinden op de vraag of het leven de dood van de ster overleefd heeft

of uit die dood is voortgekomen.

“Aangezien we tot op heden nog geen buitenaards leven hebben ontdekt,

denk ik dat we nog veel meer over het leven te weten moeten komen alvorens

we kunnen bepalen hoelang er op een gegeven planeet al leven is,” aldus Kozakis.

“Maar ik denk dat we al veel zullen leren zodra de volgende generatie telescopen

ons in staat gaan stelt om de atmosfeer van aardachtige exoplaneten uit te pluizen.”

https://www.scientias.nl/  Frans PA3CAZ

 

 

* Hallo Luisteraars

Deze kwam ik tegen: de-zon-heeft-planetoide-ryugu-ooit-waarschijnlijk-even-opgewarmd.

08-05-2020

Caroline Kraaijvanger.

Dat suggereert de aanwezigheid van roodachtig materiaal op de planetoïde.

In juli 2018 arriveerde de ruimtesonde Hayabusa2 bij de planetoïde Ryugu.

En in de periode die volgde, bracht de ruimtesonde de planetoïde

niet alleen vanaf een afstandje in kaart; de sonde daalde ook af naar het oppervlak

om dat van dichtbij te bekijken en te bemonsteren.

Op de verzamelde monsters moeten we nog even wachten;

die worden eind dit jaar op aarde afgeleverd.

Maar onderzoekers hebben zich wel alvast gebogen over de close-upbeelden

die Hayabusa2 tijdens de afdaling richting het oppervlak heeft gemaakt.

En dat levert nieuwe inzichten op over de turbulente geschiedenis van Ryugu.

Rood en blauw

Eerdere waarnemingen van Hayabusa2 wezen al uit dat op Ryugu

twee typen materialen te vinden zijn met elk een eigen kleur.

Van een afstandje bezien is het ene ietwat blauwere materiaal

voornamelijk te vinden rond de evenaar en polen en het andere,

ietwat rodere materiaal voornamelijk te zien op gematigde breedtes.

Maar als je de planetoïde van wat dichterbij bekijkt,

zie je eigenlijk dat alle gebieden wel iets van dit rode en blauwe materiaal bezitten.

Onduidelijk bleef echter hoe die kleurverschillen zijn ontstaan.

De close-upbeelden geven daar meer inzicht in,

zo schrijven Japanse onderzoekers in het blad Science.

Ze baseren zich op beelden gemaakt nabij de L08-regio.

Dit is het gebied waar de ruimtesonde de planetoïde heeft bemonsterd

en dus van heel dichtbij heeft kunnen bekijken.

De waarnemingen wijzen uit dat het gebied over het algemeen ietsje blauwer is.

Datzelfde geldt voor de keien die in het gebied rusten.

De afdaling richting het oppervlak en de bemonstering ervan,

zorgde er echter voor dat er donker, fijn stof opdwarrelde

dat overeenkomsten vertoont met roodkleurig oppervlaktemateriaal.

Kraters

Om dat beter te kunnen verklaren, richtten de onderzoekers hun pijlen

op de kraters die Ryugu rijk is.

En ze ontdekten dat de jongere kraters over het algemeen

wat blauwer waren dan hun omgeving.

“Dat suggereert dat de rodere materialen de blauwere materialen oorspronkelijk bedekten

en de laatstgenoemde materialen tijdens de kratervorming zijn blootgelegd,” zo schrijven de onderzoekers.

Dat wordt onderschreven door het feit dat de oudere kraters juist weer wat roder van kleur zijn.

Verwering en de zon

Het rode materiaal rust dus op het blauwe.

Maar hoe heeft dat rode materiaal dan die afwijkende gloed gekregen?

Er zijn verschillende mogelijkheden.

Zo kan het het resultaat zijn van verwering in de ruimte.

Of opwarming door de zon. De onderzoekers denken echter

dat opwarming door de zon het meest aannemelijk is.

“Want verwering tast doorgaans slechts een dunne oppervlaktelaag aan,” zo schrijven ze.

Het effect van opwarming door de zon reikt dieper.

En dat is ook wat we op Ryugu zien: het rode materiaal ligt er vrij dik op.

“Wij suggereren dat het in korte tijd rood kleuren van het oppervlak te verklaren is

doordat Ryugu even in de buurt van de zon is geweest,

waardoor het oppervlak iets meer opwarmde.”

Wanneer?

Wanneer dat dan is gebeurd?

Dat weten de onderzoekers niet precies.

Maar de kraters kunnen daar mogelijk iets meer inzicht in geven.

Zo wijzen de onderzoekers erop dat opvallend veel grote kraters reeds een rode gloed hebben.

Dat suggereert dat de kraters ontstaan zijn vóór de planetoïde door de zon werd opgewarmd.

En aangezien flinke inslagen aannemelijker zijn in de drukbevolkte hoofdgordel

– tussen Mars en Jupiter, waar Ryugu oorspronkelijk thuishoort

– dan in de nabijheid van de aarde

– waar we deze nu vinden

– moet de ontmoeting met de zon wel relatief vroeg in de geschiedenis

van de planetoïde hebben plaatsgevonden.

“Wij suggereren dat het roodkleuren van het oppervlak plaatsvond,

kort nadat de baan van de planetoïde veranderde en deze zich vanuit de hoofdgordel

in zijn huidige baan nabij de aarde nestelde.”

De onderzoekers hebben goede hoop dat ze in de toekomst meer

over deze gebeurtenis te weten zullen komen.

Sterker nog: ze zullen de gevolgen ervan waarschijnlijk

met eigen ogen kunnen gaan aanschouwen.

Ze wijzen erop dat op de plek die Hayabusa2 bemonsterde

zowel materiaal met een blauwe als rode gloed te vinden is.

“Wij voorspellen dat het monster dat nu terug naar de aarde wordt gebracht

een mix vormt van veranderde en onveranderde materialen,

waarbij de veranderde materialen getuigen van opwarming door de zon.”

https://www.scientias.nl/  Frans PA3CAZ

 

 

* Hallo Luisteraars

Deze kwam ik tegen :Miljoenen jaren oude vulkaan ontdekt in Nederlands deel Noordzee.

Er is een nieuwe vulkaan in Nederland ontdekt.

Het gaat om een 150 miljoen jaar oude uitgedoofde vulkaan.

Hij ligt 100 kilometer ten noordwesten van Texel,

en is bij toeval door de Geologische Dienst Nederland gevonden.

De nieuwe vulkaan is Mulciber genoemd, naar de Romeinse god van vuur en vulkanen.

De diep begraven Mulciber werd herkend aan afwijkingen in de structuur

van de ondergrond en het aardmagnetisch veld op die plek.

De vulkaan is de tweede van Nederland.

Vijftig jaar geleden werd de eerste gevonden, in de Waddenzee.

Daarnaast zijn er nog twee actieve vulkanen op Nederlands grondgebied,

op de eilanden Saba en St. Eustatius.

De Geologische Dienst, onderdeel van TNO,

sluit niet uit dat er in de Noordzee nog meer uitgedoofde vulkanen zijn.

Mulciber werd ontdekt toen geologische gegevens van de Noordzee opnieuw werden geanalyseerd.

TNO deed dit in opdracht van olie- en gasbedrijven,

die op dit moment nog speuren naar aardgas in de bodem van de Noordzee.

De seismische metingen van Mulciber.

Er zijn drie redenen waarom geconcludeerd is dat het om een vulkaan gaat,

vertelt Michiel van der Meulen van de Geologische Dienst Nederland.

Het eerste vermoeden ontstond door seismische gegevens.

"Door geluidsgolven de bodem in te sturen,

maakt de weerkaatsing op grondlagen het mogelijk om de ondergrond in kaart te brengen.

Door een nabijgelegen boring, die in de jaren 80 werd gedaan

om te zoeken naar olie en gas, zijn vulkanische gesteenten gevonden.

Omdat er ook nog een afwijking in het aardmagnetisch veld was,

is geconcludeerd dat het hier om een vulkaan moet gaan."

Van der Meulen noemt het een spannende ontdekking.

"Hoe vaak maak je nou mee in je carrière

dat je een naam mag bedenken voor een vulkaan?

De Noordzee en de geologische afzettingen erin lijken voor mij

op het lezen van een spannend boek.

Het grote verhaal denken we nu wel te kennen.

Maar als je het herleest, worden personages en verhaallijnen steeds duidelijker.

Deze ontdekking draagt dus bij aan de algemene kennis die er is over onze leefomgeving."

Noordzee vulkanisch gebied

De onderzoekers sluiten overigens uit dat de Mulciber opnieuw actief kan worden.

"De omstandigheden die toen tot de vorming van de vulkaan leidden,

zijn er eenvoudigweg niet meer."

Dat er in de Noordzee vulkanische activiteit is geweest, was al langer bekend.

De vulkaan Mulciber was actief tijdens het opbreken van het supercontinent Pangea,

waardoor uiteindelijk het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan werd gevormd

tussen Europa en Amerika.

Volgens Van der Meulen is het niet uniek dat er oud materiaal

van een boring uit de jaren 80 bewaard is gebleven.

Het Kernhuis in Zeist bevat nog gesteentemonsters van zesduizend

van dit soort oude boringen in de diepe ondergrond.

Een ware schat aan gegevens, zegt hij.

Grote waarde voor verduurzaming

"Als een bedrijf zo'n boring uitvoert, waarvoor een vergunning nodig is,

leveren ze gegevens en monsters aan ons.

Die zijn eerst geheim, maar na een paar jaar maken we de informatie openbaar.

Als je al deze boringen opnieuw zou moeten doen, zou het tientallen miljarden euro's kosten."

De oude gegevens zijn van enorme waarde voor de verduurzaming

van onze energievoorziening, zegt Van der Meulen,

"We kunnen de gegevens die in het verleden zijn verzameld

voor de olie- en gaswinning opnieuw gebruiken voor studies

naar geothermie, energieopslag of CO2-opslag."

Ook kan er mee worden gezocht naar aardgas in nieuwe kleinere gasvelden.

"Het energieonderzoek van TNO richt zich tegenwoordig op duurzame energiebronnen.

Maar voor we hiermee in Nederland aan de behoefte kunnen voorzien,

hebben we nog gas nodig.

Nu de aardgaswinning in Groningen wordt afgebouwd,

wordt er met name nog gas gewonnen op de Noordzee.

In dat kader zijn we daar af en toe nog bij betrokken, om informatie te leveren."

https://nos.nl/  Frans PA3CAZ

 

 

 

*Hallo Luisteraars

Deze kwam ik tegen : nieuw-bewijs-gevonden-voor-waterpluimen-op-maan-europa.

13-05-2020 Vivian Lammerse.

Het maakt de op drie na grootste maan van Jupiter nog interessanter dan hij al is.

Een gelaagde binnen structuur met een kern van vloeibaar ijzer,

een dunne, zuurstofrijke atmosfeer en een geïnduceerd magnetisch veld;

zo op het eerste gezicht lijkt Jupiters’ maan Europa meer op een planeet dan op een maan.

Astronomen zijn dan ook al geruime tijd erg geïnteresseerd in dit bijzondere hemellichaam.

Want het zou zomaar eens de beste plek binnen ons zonnestelsel kunnen zijn

om te zoeken naar buitenaards leven.

Een nieuw onderzoek zet deze aanname nu nog meer kracht bij;

Europa zou geregeld water afkomstig uit de ondergrondse oceaan de ruimte in spuiten.

Waterpluimen

Onderzoekers weten al langer dat Saturnus’ maan Enceladus waterpluimen genereert.

Deze pluimen torenen soms honderd kilometer boven het oppervlak uit

en bevatten allerlei organische verbindingen.

De laatste jaren vinden onderzoekers steeds meer aanwijzingen

dat Enceladus niet de enige maan in ons zonnestelsel is die over dergelijke geisers beschikt.

Ook Europa zou waterpluimen genereren.

Zo maakte Hubble in 2016 foto’s van Europa waarop mogelijk waterpluimen te zien zijn.

En onderzoekers dachten ook in oude data

– verzameld tijdens de Galileo-missie

aanwijzingen te zien voor de aanwezigheid van waterpluimen.

Waterpluimen op Jupiters’ maan Europa?

Afbeelding: Hubble

Het idee dat Europa mogelijk waterpluimen de ruimte in spuit, is best aannemelijk.

Onderzoekers vermoeden namelijk al langer dat er onder de 18 kilometer dikke buitenste korst

een heuse ondergrondse oceaan schuilgaat.

En het zou heel goed kunnen dat de maan dit water zo nu en dan de ruimte in spuit.

 “Verschillende theorieën, modellen en sporadische waarnemingen suggereren

dat Europa pluimen vertoont,” zegt onderzoeker Elias Roussos.

In de afgelopen jaren hebben onderzoekers van verschillende instituten

aanwijzingen gevonden voor dergelijke waterpluimen.

Toch ontbreekt sluitend bewijs nog steeds.

Magnetische veld

In de nieuwe studie hebben onderzoekers zich opnieuw gebogen over de scheervlucht

van ruimtesonde Galileo die zo’n twintig jaar geleden mogelijk getuige was van een waterpluim op Europa.

Het team analyseerde in het bijzonder metingen die waren uitgevoerd

met de zogenoemde Energetic Particles Detector (EPD);

de ingebouwde deeltjesdetector waar het ruimtevaartuig mee uitgerust was.

Het instrument legde onder meer de verdeling van hoogenergetische protonen

vast die zich in het magnetische veld van Jupiter ophouden.

“Het magnetische veld van Jupiter is tot twintig keer sterker dan die van de aarde

en reikt enkele miljoenen kilometers de ruimte in,” beschrijft onderzoeker Norbert Krupp.

Maan Europa cirkelt rond Jupiter in dit enorme magnetische beschermingsschild.

Protonen

Tijdens de scheervlucht van Galileo registreerde de deeltjesdetector

aanzienlijk minder protonen rond de maan dan verwacht.

Aangenomen werd dat de maan zelf het zicht van de detector had belemmerd.

Maar de nieuwe resultaten wijzen echter op een andere oorzaak.

In uitgebreide computersimulaties hebben wetenschappers

de bewegingen van hoogenergetische protonen tijdens de vlucht gemodelleerd

in een poging om de meetgegevens van de EPD na te bootsen.

En dit lukte alleen in de veronderstelling dat er een waterpluim aanwezig was.

Hoe dat kan?

Wanneer hoogenergetische protonen botsen met ongeladen deeltjes

uit de atmosfeer of pluim van de maan, nemen ze elektronen

op en worden zo zelf ongeladen deeltjes.

“Dit betekent dat ze niet langer vastzitten in het magnetische veld van Jupiter

en het systeem met hoge snelheid kunnen verlaten,”

legt onderzoeker Hans Huybrighs uit.

Het zijn veelbelovende bevindingen.

Want met een korst van bevroren water en een ondergrondse oceaan beschikt

Europa over omgevingsomstandigheden die gunstig kunnen zijn voor eenvoudige levensvormen.

De aanwezigheid van waterpluimen zouden de mogelijkheid bieden

voor toekomstige missies om dit ondergrondse water rechtstreeks te onderzoeken.

Astronomen kunnen dan ook niet wachten om Europa van wat dichterbij te bekijken.

Gelukkig worden daar plannen voor gesmeed.

Zo wil ESA in 2022 de JUpiter ICy moons Explorer (kortweg JUICE) lanceren.

Deze zou zeven jaar later bij Jupiter arriveren en specifiek onderzoek

gaan doen naar Europa, Callisto en Ganymedes.

Ondertussen werkt NASA aan de Europa Clipper: een missie die waarschijnlijk

rond 2023 werkelijkheid moet worden en moet uitzoeken of Europa geschikt is voor leven.

https://www.scientias.nl/  Frans PA3CAZ

 

 

*Heeft ook u iets te koop.

 

Of weg te geven of u zoekt iets.

Misschien hebt u informatie nodig?

Laat het weten via het ORB e-mailadres wij nemen het dan op in de ronde.

Misschien kan een medeamateur u helpen*

Zo nu zijn we weer aan het einde gekomen van deze 745e ronde.

Johan PD2JCW,

en onze vast copy leveranciers

wensen u nog een prettige avond verder.

Tot de volgende ronde maar weer.

Het ORB TEAM


Terug naar de Ronde