Ronde 409 van de Onafhankelijke Radioamateurs Brabant “ORB” 03-10-2012.


* Goedenavond zend, en luisteramateurs,

U kijkt weer naar de woensdagavond ronde.

En wij proberen u, zoals bij elke ronde weer wat nieuws te brengen.

Elke éérste dinsdag van de maand is er een “besloten” bijeenkomst van de vriendenkring.

Deze worden gehouden in het scoutinggebouw van Rey de Carle,

Bladelstraat 2 in de wijk Reeshof te Tilburg.

Op deze avonden is onze QSL manager aanwezig.

De bijeenkomsten hebben een vriendschappelijk karakter, waar we

Ervaringen kunnen uitwisselen, gewoon gezellig bij elkaar kunnen zijn.

Wat bijkletsen, met af toe een lezing.

En….Dat willen we graag zo houden.

Onze ronde leider is vanavond weer Johan PD2JCW.

 

 

 

*NIEUWS:* Dit jaar 10 uur langer /J gebruiken voor Nederlandse deelnemers JOTA

Laatst aangepast op vrijdag, 28 september 2012 10:05

Geschreven door NJJO

De JOTA-JOTI is een evenement waarbij Scouts over de hele wereld met elkaar contact zoeken.

Voor veel scouts en zendamateurs is dit niets nieuws.

Waar we met zijn allen minder bij stilstaan is dat we met verschillende tijdszones over de hele wereld te maken hebben.

In het Handboek JOTA-JOTI wordt dit uitvoerig besproken [1].

Maar begrijpen we ook echt de consequenties van “Wereldwijd”?

Tijdens de European Radio Scouting en Internet Seminar (ERSIS) 

dit jaar en HAMRADIO zijn de JOTA-JOTI organisatoren in Europa door Scouts uit Nieuw-Zeeland aangesproken.

Ze vragen ons om niet op vrijdagavond om 24:00 uur ‘s nachts te beginnen met de JOTA-JOTI maar 12 uur eerder.

Voor Nederland zou dat 10 uur eerder zijn

omdat wij al 2 uur eerder beginnen met de landelijke openingsuitzending om 22:00 uur.

Nu vraag je, je wellicht af waarom?

Omdat het voor scouts niet zo voor de hand ligt gaan we staan we daar even bij stil.

Nieuw-Zeeland is een eiland dat zo’n 2000 km ten oosten van Australië ligt.

Radiotechnisch betekent het dat het eiland behoorlijk geïsoleerd ligt.

Op de 80 en 40 meter band, die een bereik hebben van maximaal 3000 kilometer,

is alleen de Australische westkust met de daar liggende grote steden bereikbaar.

Dat betekent voor de Nieuw-Zeelandse Scouts hetzelfde voor de Nederlandse Scouts op 2 meter.

Elk jaar hebben ze weer contact met dezelfde groepen.

Wanneer je verder wilt komen zul je op de hogere korte golf banden actief moeten zijn

en rekening moeten houden met de propagatie en de tijd.

Voor mensen uit Nieuw Zeeland en Australië is contact met Europa bijvoorbeeld

mogelijk tussen 5:00 en 19:00 UTC en met name op de hogere banden zoals 18, 21 en 24 MHz.

Tot zover het goede nieuws voor de Nieuw-Zeelanders.

Als gevolg van het tijdsverschil tussen Europa en Nieuw-Zeeland,

slapen de Europeanen wanneer de mensen in Nieuw-Zeeland wakker zijn.

Dus als daar de JOTA-JOTI om 24:00 uur vrijdagavond start,

moeten wij in Europa nog 12 uur wachten voor we mogen beginnen.

Wanneer wij dan beginnen met de JOTA-JOTI

zijn de mogelijkheden om met Nieuw-Zeeland te werken voorbij

en moeten we minimaal 5 uur wachten voor de volgende kans.

Als gevolg van het tijdsverschil zijn er twee mogelijkheden om contact te zoeken met Nieuw-Zeeland,

op zaterdag en zondag.

De tweede mogelijkheid op zondag wordt gehalveerd

omdat de JOTA-JOTI in Nieuw-Zeeland 12 uur eerder wordt beëindigd dan in Europa.

Om de Nieuw-Zeelander tegemoet te komen hebben we in Nederland gezocht naar een oplossing.

Deze oplossing is de verruiming van de tijd waarin een Nederlands JOTA station gebruik mag maken van de “/J” toevoeging.

Dit jaar wordt het gebruik van /J door zendamateurs

die bij een scoutinggroep meedoen aan de JOTA-JOTI verlengd.

De toevoeging /J mag door geregistreerde zendamateurs gebruikt worden

vanaf vrijdagochtend 12:00 uur tot en met zondagavond 24:00 uur.

De zendamateurs die door de deelnemende scoutinggroepen zijn aangemeld bij Scouting Nederland

ontvangen daarvan een schriftelijke bevestiging van Scouting Nederland

De Landelijke JOTA-JOTI organisatie beseft dat het opbouwen van een JOTA station een klusje is

dat gebeurt op de vrijdag voor de JOTA-JOTI, bij voorkeur aan het einde van de middag.

Groepen die torens pionieren zijn al wat langer bezig en hebben meer mogelijkheden.

Een JOTA station wordt veelal opgebouwd door Explorers en Rover Scouts.

Deze Scouts zijn in de leeftijd van 15 tot 22 jaar en zijn mogelijk geïnteresseerd

in verre verbindingen en QSO’s in de Engelse taal.

Bovendien heb je deze Scouts in een veel rustigere omgeving “een beetje voor jezelf”.

Je kunt ze meer aandacht geven en interesseren voor de radiohobby.

Er liggen in deze extra 10 uur nieuwe kansen voor de Radioamateurs.

Met deze verruiming van het gebruik van /J hopen we Nederlandse scoutinggroepen

een grotere kans te geven op contact met Nieuw-Zeeland en omgekeerd.

Uiteraard biedt deze verruiming ook mogelijkheden om met Scouts in andere landen

(bijvoorbeeld in Azië) contacten te leggen.

We nodigen alle radiozendamateurs dan ook van harte uit om op vrijdag vanaf 12 uur

de antennes naar het oosten te richten.

De Landelijke JOTA-JOTI organisatie wenst iedereen veel luisterrijke verbindingen toe

jota-joti.scouting.nl  PA3E

 

 

.

* IBM heeft snelste supercomputer:

De Sequoia supercomputer van IBM heeft de toppositie in de halfjaarlijkse top 500

van snelste supercomputers ter wereld veroverd met een rekenkracht van 16,3 Peta flops

(16,3 biljard floating point operations - zwevende kommabewerkingen - per seconde).

De tweede supercomputer in de lijst, de K computer van Fujitsu,

blijft met een snelheid van 10,5 Peta flops ver achter op Sequoia,

die gebruikt wordt voor nucleaire simulaties.

Opvallend is dat Sequoia ondanks het veel grotere rekenvermogen dan de K computer

toch een stuk efficiënter in energieverbruik is.

Sequoia vraagt een vermogen van 7.890 kW,

terwijl het gevraagde vermogen van de K computer op 12.660 kW ligt.

Voor meer info zie: http://tinyurl.com/9qudx65  

Bron: Technisch Weekblad, 21 juni 2012   PI4GAZ PA3E

 

 

*'Nieuwe wifi-standaard nodig':

Iedereen met een draadloos netwerk kent het probleem:

de geadverteerde snelheid van de router

- 150, 300 of zelfs 450Mbps (megabit per seconde)

- wordt bij lange na niet gehaald.

Obstakels als muren, metaal en water tussen zender en ontvanger zijn belangrijke boosdoeners,

maar voor de nabije toekomst is het groeiende verkeer op de overvolle 2,4 GHz-band de belangrijkste bedreiging.

Dit stellen wetenschappers van het Centre for Telematics and Information Technology (CTIT) van de Universiteit Twente,

die in opdracht van Agentschap Telecom onderzoek deden naar de toekomst en mogelijkheden van draadloos internet.

Dr.ir. Roel Schiphorst concludeert in het onderzoek dat wifi 'een inefficiënte manier van communiceren' is geworden.

'En nu de band steeds drukker wordt, komen er waarschijnlijk steeds meer problemen.'

Momenteel gaat het vooral om laptops, smartphones en tablets,

maar steeds meer televisies zijn uitgerust met wifi en het is een kwestie van tijd voordat andere

huishoudelijke apparaten zich ook melden op het wifi-netwerk.

Als er veel apparaten aanwezig zijn op hetzelfde netwerk, dan daalt de efficiëntie.

Dat komt omdat er in die gevallen meer bandbreedte nodig is voor zogenaamde 'overhead':

verschillende controlemechanismen die het daadwerkelijke dataverkeer in de weg zitten.

Bij zogenaamde co-channel interferentie - als er meerdere netwerken actief zijn op

elkaar overlappende kanalen - is dit effect nog sterker, zelfs als die netwerken op grote afstand van elkaar opereren.

De snelheid kan dan teruglopen tot minder dan twintig procent van het theoretisch maximum,

stelt mede-onderzoeker ir. Jan-Willem van Bloem.

'Het zijn zwakheden in de huidige wifi-standaard die niet direct te verhelpen zijn

door bijvoorbeeld het verhogen van de transmissiesnelheid,

zoals dat bij het aankomende 802.11ac-protocol gebeurt.'

Het 802.11ac-protocol is de opvolger van het huidige 802.11n,

al verschilt het er niet daadwerkelijk van: 802.11ac

gebruikt alleen meer antennes en de 5 GHz-band voor data-overdracht.

'Maar er moet echt een andere route gevolgd worden wat betreft een nieuwe wifi-standaard', meent Van Bloem.

'Dat zijn aanpassingen die niet simpel door een software-update kunnen plaatsvinden.'

Zie ook voor meer info: http://tinyurl.com/95u2m4h

Bron: Technisch Weekblad, 18 juni 2012   PI4GAZ PA3E

 

 

* Comeback van de Edison-batterij:

Wetenschappers zijn er in geslaagd met nanotechnologie

een ouderwetse nikkel-ijzer-batterij bijna 1000 keer sneller te maken.

En daarmee krijgt deze batterij misschien wel een tweede leven

nadat het in de vorige eeuw de concurrentiestrijd met andere oplaadbare batterijen verloor.

De ruim honderd jaar oude nikkel-ijzer-batterij

wordt sinds de jaren '70 bijna niet meer gebruikt vanwege relatief lange laadtijden.

Desalniettemin namen wetenschappers van de Standford universiteit

de techniek naar hun lab en begonnen er aan te sleutelen.

Ze probeerden wat aan de laadtijd te doen en slaagden glorieus.

Het geheim zit hem in de structuur van de elektrodes.

De originele batterij, ook wel Edison-batterij genoemd,

heeft een elektrode van nikkel en een elektrode van ijzer.

Door de beide elektrodes wordt vaak koolstof gemengd om de geleiding te verbeteren.

De wetenschappers van Stanford maakten in hun nieuwe versie van de batterij

echter geen gebruik van een willekeurige mix van koolstof en nikkel of ijzer,

maar groeiden extreem kleine nanokristallen van ijzeroxide

en nikkelhydroxide op respectievelijk grafeen en koolstof nanobuisjes.

De anode maakt gebruik van kristallen van ijzeroxide die zijn bevestigd op grafeen.

De kathode bestaat uit nikkel-hydroxide- kristallen die vastzitten op koolstof nanobuisjes.

Door de sterke binding die de nanokristallen met de koolstof geleiders aangaan

kunnen elektronen razendsnel getransporteerd worden van en naar de kristallen,

alwaar ze worden opgeslagen.

Super snelladen

Het resultaat is dat een batterij in 2 minuten volledig opgeladen kan worden

en al zijn energie binnen 30 seconden weer kan afgeven.

Veel sneller dan bijvoorbeeld de nu veel gebruikte lithium-ion- batterijen

waarvan de laadtijd vaak in de orde van uren ligt.

De snelheid van de batterij zou hem geschikt maken voor gebruik

in het stroomnet of in een elektrische auto.

Vooral op momenten dat er veel energie gevraagd wordt,

bijvoorbeeld bij het optrekken van een auto, zou de accu van pas komen.

Ook kan er snel energie in worden opgeslagen, afkomstig van regeneratieve remsystemen.

Maar er zijn meer voordelen.

Nikkel en ijzer zijn in overvloed aanwezig op aarde en relatief onschadelijk, aldus de makers.

Thomas Edison met een elektrische auto in 1913.

Verloren concurrentiestrijd

De wetenschappers lijken de weg vrij te maken voor een tweede leven van de nikkel-ijzer-batterij.

Het was Thomas Edison die de batterij in 1901 patenteerde.

De batterij werd geroemd om zijn robuustheid en duurzaamheid.

Zo kan de batterij jaren meegaan zonder dat hij slijt en is hij bovendien goed bestand

tegen overbelasting en kortsluiting.

Tot de jaren '20 werd de batterij gebruikt voor elektrische auto's.

Maar door verbeteringen aan concurrerende batterijen,

zoals de lood accu, raakte de techniek langzaam uit beeld.

Het werd nog tientallen jaren gebruikt voor noodstroomvoorzieningen van spoorwegen en mijnen,

maar in de jaren '70 verloor de nikkel-ijzer-technologie definitief de strijd met concurrerende technieken.

Ze worden nu nog door een handvol bedrijven gemaakt en gebruikt om bijvoorbeeld

overtollige energie van zonnepanelen op te slaan.

De Edison-batterij kan opnieuw zijn weg vinden naar elektrische auto's.

Een blije Edison

Een tweede leven voor de Edison-batterij?

Dan zijn er nog wel wat verbeterpuntjes, zeggen de wetenschappers.

Ze ontdekten dat na 800 keer op- en ontladen de capaciteit van de batterij 20 procent was gedaald.

Op zich is dat vergelijkbaar met andere batterijen,

maar met dergelijk hoog laadtempo kan een batterij snel uit vorm raken.

Verder benadrukken de wetenschappers dat de energiedichtheid van de batterij niet erg hoog is.

Veel lager dan van lithium-ion-batterijen.

De batterij is volgens de uitvinders daarom niet bedoeld ter vervanging van huidige batterijen

maar kunnen ze prima functioneren naast een set trage batterijen met een grote capaciteit.

Hailiang Wang, de hoofd auteur van het onderzoeks artikel voegt nog toe:

'Ik denk dat Edison blij was geweest als deze vooruitgang had kunnen meemaken.'

Meer info met foto's en uitleg zie: http://tinyurl.com/bm8uqlb

Bron: Kennislink.nl    PI4GAZ PA3E

 

 

* T-antenne voor 80 en 160 meter met gevouwen topcapaciteit:

In het blad Funk Amateur van januari 2012 beschrijft Christoph DK6ED op de blz.'n 52 t/m 55

een T-antenne voor 80 en 160 meter met gevouwen topcapaciteit

of zoals de Duitsers het noemen 'Dachkapazität' (dakcapaciteit).

De 80 meter versie heeft qua oppervlakte van de topcapaciteit een minimale ruimte

nodig van ruim 8 meter bij een kleine 0,5 meter.

In het midden loopt een enkele antennedraad van 10 meter naar het voedingspunt of antenne tuner.

Hier moeten wel de nodige radialen bij worden gemaakt.

De 160 meter uitvoering heeft qua oppervlakte van de topcapaciteit een minimale ruimte nodig

van ruim 17,20 meter bij een kleine 70 centimeter.

In het midden loopt ook een enkele antennedraad van 9,5 meter naar het

voedingspunt of antenne tuner.

Ook bij deze antenne zijn de noodzakelijk radialen weer aanwezig.

Ook is er een tekening opgenomen van een gecombineerde versie

waarbij het verticale deel 9,5 meter bedraagt.

In de top van de draad gaat naar beide zijden een draad met een lengte van 6

meter en aan één van de draden is een parallelspoel (verkortingsspoel) gemaakt

met een inductie van 18,8 micro Henry en een capaciteit van 113 pico Farad.

Vervolgens weer een lengte van 14 meter antennedraad.

Ook hier weer in het voedingspunt de nodige radialen.

Dit is even in het kort om een beeld te krijgen van de configuratie.

Geïnteresseerden kunnen een PDF toegestuurdkrijgen.

PI4GAZ PA3E

 

*Bouw een spectrometer voor minder dan 30 euro

Publicatiedatum: 14 september 2012

The Public Laboratory for Open Technology and Science (PLOTS) is een internationele organisatie

die open-source hulpmiddelen ontwikkelt en toepast voor allerlei soorten milieu-onderzoek.

Hiervoor maakt de organisatie o.a. gebruik van diverse doe-het-zelf-technieken.

 Zo werden tijdens de olieramp met de Deepwater Horizon in 2010 door PLOTS

met behulp van ballonnen en vliegers luchtfoto's gemaakt

waarmee burgers door olie vervuilde plekken konden waarnemen

onafhankelijk van de gegevens die door BP en de Amerikaanse regering werden verstrekt.

PLOTS heeft nu een online-beschrijving gepubliceerd die beschrijft hoe je zelf een spectrometer kunt maken.

Met zo'n meetinstrument kun je materialen identificeren aan de hand van de kleuren die ze absorberen.

Een commercieel verkrijgbare spectrometer kost echter al snel enkele duizenden euro's.

Met behulp van enkele goedkope onderdelen, zoals een opbergdoos van een VHS-band,

een oude DVD en een USB-webcam kan men zelf een spectrometer bouwen

met een bereik van 400 tot 900 nanometer en een resolutie van 3 nm.

Met behulp van de bijbehorende ope-source software

kan men het gemeten spectrum op de computer bekijken en de data analyseren.

Op dit moment werkt men ook aan een versie voor smartphones.

 Lees meer hierover op Tech the Future

elektor.nl  PA3E

 

 

* ESA ziet atmosfeer krimpen

Publicatiedatum: 18 september 2012

Om variaties in de zwaartekracht zo precies mogelijk te meten

vliegt de zwaartekrachtsatelliet GOCE ongebruikelijk laag op 270 kilometer boven het aardoppervlak

(meestal wordt 400 km als ondergrens aangehouden

vanwege de wrijving met de bovenste laag van de dampkring,

die een voortijdig einde van de missie kan betekenen).

GOCE wordt in zijn baan gehouden door een ionenmotor die de wrijving met de atmosfeer compenseert.
Eelco Doornbos en collega’s (vakgroep astrodynamica en ruimtemissies)

hebben de dichtheid en windrichting van de bovenste luchtlagen afgeleid

uit de motorgegevens in combinatie met die van de versnellingsmeters.

GOCE vliegt zijn baantjes in anderhalf uur om de aarde van noord naar zuid en weer terug,

zo’n zestien keer per etmaal.

Vergelijking van de gemeten luchtdichtheden met een model laat zien

dat de metingen veel gedetailleerder zijn.

Op 12 april bijvoorbeeld is opeens een hogere luchtdichtheid gemeten.

Dat komt doordat de atmosfeer een beetje is uitgezet door de inwerking van zonnewind

(een stroom geladen deeltjes die een maximum kan bereiken wanneer er een zonnevlam

richting de aarde uitspat).

De zonnewind, die door het magnetische veld van de aarde naar de polen wordt afgebogen,

verwarmt de bovenste ijle luchtlagen door botsingen

en door de elektrische stroom die door het plasma begint te lopen.

Ook blijkt de luchtdichtheid gemiddeld zo’n 20 procent lager te uit te vallen dan de modellen weergeven.

Dat is goed nieuws voor ruimtemissies, want satellieten hebben dus iets minder brandstof nodig

om op dezelfde hoogte te kunnen blijven.

Ook is het voor remote sensing vaak gunstig om dichter op het aardoppervlak te zitten.
De atmosferische krimp heeft ook een nadeel:

de spontane schoonmaak van ruimtepuin dat in de atmosfeer belandt,

verloopt minder snel dan verwacht.

De krimp van de ijle luchtlagen op de hoogte van satellieten werd in de jaren ’90 voorspeld

als bijverschijnsel van het broeikaseffect; door de toegenomen CO2-concentratie

houdt de lage atmosfeer meer warmte vast,

waardoor er minder warmtestraling terugkaatst naar de hogere luchtlagen

die daardoor iets afkoelen en krimpen.

Tot slot is er nog de windsnelheid: de gemeten dwarswind (in oost-west-richting)

blijkt met pieksnelheden tot 1.000 meter per seconde tot een factor twee groter dan voorspeld.

Dat klinkt dramatisch, maar de satelliet zelf heeft een veel grotere snelheid van bijna 8.000 m/s.

En omdat de satelliet in een cirkel om de aarde vliegt,

middelt het effect van de wind op de satellietbaan over het algemeen uit.

Volgens Doornbos is de windsnelheid dan ook minder relevant voor ruimtemissies dan de dichtheid.
De hoogste windsnelheden zijn, net als de atmosferische modellen aangeven, boven de polen gemeten.

De windsterkte is minder gevoelig voor variaties in de zonnewind dan de luchtdichtheid.

 elektor.nl  PA3E

 

 

* Chips die buigen en rekken zoals huid

Publicatiedatum: 19 september 2012

Imec en UGent hebben op de internationale conferentie ESTC

(Electronics System Integration Technology Conference) in Amsterdam een ultradunne flexibele chip voorgesteld,

met buigzame en rekbare verbindingen en in een elastische verpakking.

Flexibele chips zijn erg nuttig voor tal van medische en lifestyle toepassingen

waar gebruikerscomfort en onopvallendheid centraal staan,

zoals draagbare gezondheidsmonitors of intelligente kleding.

 De meeste hedendaagse elektronica is meestal vrij kwetsbaar,

of alleen maar mechanisch flexibel.

Een groeiend aantal toepassingen vraagt echter om elektronica die zich dynamisch kan aanpassen

en die samen met zijn ondergrond kan buigen, plooien en rekken.

Zo zou flexibele elektronica erg nuttig zijn in draagbare ECG-monitors of draagbare temperatuurmonitoren

die goed op het lichaam moeten aansluiten, maar ook in geavanceerde chirurgische instrumenten

of in consumentenelektronica zoals mobiele telefoons ingebouwd in intelligent textiel.

 Het Centre for Microsystems Technology (CMST), imec’s geassocieerd labo aan de UGent,

is een pionier in flexibele elektronica. Het labo ontwikkelt samen met imec’s partners oplossingen

om deze geavanceerde technologie industrieel toepasbaar te maken.

Zo ontwikkelen de onderzoekers processen om chips zo dun te maken

als een folie, om chips te verpakken in flexibele verpakking en om de elektrische verbindingen

tussen de chips flexibel en rekbaar te maken.

De resultaten die zijn gepresenteerd, laten zien dat flexibele ultradunne chips

kunnen worden geïntegreerd met rekbare verbindingen.

Met deze nieuwe resultaten kan men verder werken naar volledig flexibele

en zelfs elastische elektronica.

De eerste flexibele en rekbare elektronica zal waarschijnlijk gebruikt worden in intelligente kleding.

Pas daarna zullen ook medische toepassingen volgen.

Als eerste commercieel product ziet men bijvoorbeeld kleding

met LED-signalisatie die aangestuurd wordt via sensoren die beweging waarnemen.

elektor.nl  PA3E

 

 

* Vijftien nieuwe 8-bits PIC's met USB-interface

Publicatiedatum: 20 september 2012

Microchip breidt zijn PIC-microcontrollerprogramma uit met drie nieuwe midrange 8-bits series

die in totaal 15 typen omvatten met 14 tot 100 pennen,

maximaal 128 KB flash-geheugen en een full-speed USB 2.0 interface.

Alle componenten bevatten een intern klokcircuit met een nauwkeurigheid van 0,25%

(noodzakelijk voor de USB-communicatie).

Dit levert bij serieproductie een besparing op van $0,15 omdat er geen extern kristal nodig is.

Bovendien is de stroomopname van de microcontrollers in de drie nieuwe series extreem laag,

tijdens bedrijf slechts 35 µA/MHz en in de slaapmodus slechts 20 nA.

De 14- en 20-pens PIC16F145x MCU’s zijn op dit moment Microchip’s

goedkoopste USB-microcontrollers met de kleinste vormfactor.

Ze zijn beschikbaar in minuscule behuizingen vanaf 4 x 4 mm en bieden een brede reeks geïntegreerde periferie.

De nieuwe controllers zijn ideaal voor embedded applicaties die een USB-interface

en capacitieve toetsen nodig hebben, zoals PC-toebehoren en beveiligingsdongles.

De PIC18F2X/4XK50 componenten, beschikbaar in 28- en 40/44-pens behuizingen,

bieden een goedkope pen-compatibele migratiemogelijkheid voor ontwerpers

die al gebruik maken van de PIC18 USB-MCU’s.

De drie componenten van deze serie werken op een voedingsspanning van 1,8 tot 5 V

en bevatten een Charge Time Measurement Unit (CTMU)

voor een nauwkeurigere capacitieve bediening en voor meetdoeleinden

in applicaties zoals audio-dockingstations en dataloggers.

Met de van alle functies voorziene serie PIC18F97J94 biedt Microchip

voor het eerst geïntegreerde LCD-aansturing, RTCC met Vbat en USB

in één enkele 8-bits PIC.

Deze uit negen componenten bestaande serie (beschikbaar in behuizingen met 64, 80 en 100 pennen)

biedt een 60x8 LCD-controller voor het aansturen van maar liefst 480 segmenten,

waardoor er geen externe controller nodig is in applicaties met grotere displays.

Deze serie heeft tevens een geïntegreerde real-time klok/kalender met batterij-backup voor producten

zoals huisautomatiserings/beveiligingspanelen, handheld scanners en enkelfasige vermogensmeters.

elektor.nl  PA3E

 

 

* Een zelfopladende batterij Samenvatting 

Een batterij waarbij mechanische energie rechtsreeks als elektrische lading wordt opgeslagen.
Een zelfopladende batterij

Onderzoekers professor Zhong Lin Wang en student Sihong Wang van de Georgia Technische Universiteit

hebben een batterij ontwikkeld die rechtstreek mechanische energie in elektrische lading omzet .
Daarmee wordt de gebruikelijke conversie van mechanische naar elektrische energie

naar lading in een accucel voorkomen en dus verlies aan rendement.

De basis van de zelfopladende batterij is een piezo-elektrisch membraan dat lithium ionen

van de ene elektrode naar de andere elektrode transporteert

als het membraan vervormd wordt door mechanische spanningen.

De opgedreven lithium ionen worden direct opgeslagen als chemische energie

via een elektrochemisch proces.

De batterij bevat een cathode van lithium-kobalt oxide en een anode van nanobuisjes

van titanium dioxide nanobuisjes die op een titanium fim zijn aangebracht.

De beide elektroden zijn gescheiden door een piezoelektrisch mebraan van polyvinylidene fluoride film.

Het laadproces start bij compressie van de cell.

Daardoor worden de lithium ionen door het membraan gedreven naar de anode.

Bij het opheffen van de druk, stromen de ionen niet terug,

zij worden via het elektrochemisch process vastgehouden bij de anode. 
Bij een mechanische frequentie van 2,3 Hz werd een spanning opgewekt

tot ongeveer 400 millivolt in slechts 4 minuten.
Volgens de onderzoekers is de cell in staat om circa 0,036 milliampère-uren op te slaan.

Als de cell zou in een schoenzool gemonteerd zou worden,

dan kan de beweging van de drager van zo'n schoen voldoende elektrische energie opwekken

om kleine elektronische apparatuur te voeden.

(Pieter J.T.Bruinsma, PA0PHB)

Referenties en meer informatie:

Georgia Tech => nieuws

PI4WNO PA3E

 

 


*Powerline communicatie - een compromis

Samenvatting

In werkgroep TC210 van CENELEC, waarin radioamateurs deelnamen,

is een compromis bereikt over het voorkomen van radiostoringen, veroorzaakt door PLC apparatuur.
Powerline communicatie - een compromis

Internationale standaarden komen slechts tot stand na eindeloze discussies, compromissen en praktijkproeven.

Dat is zeker het geval bij de nieuwste PLC standaard, EM 50561-1.

Deze standaard heeft een voorgeschiedenis van meer dan 15 jaar.

Het jongste voorstel is afkomstig van de TC210 werkgroep van CENELEC,

samengesteld uit radio-gebruikers, regulerende instanties en fabrikanten van PLC apparatuur.

Hierin waren radioamateurs goed vetegenwoordigd.

De vier gelicenceerden hebben vrijwel alle vergaderingen bijgewoond.

Power Line Communication, PLC, is nu gemeen goed geworden.

Maar evenals met alle nieuwe ontwikkelingen heeft ook PLC zijn nadelen.

De radio emissie in de HF banden is voor radioamateurs en omroep luisteraars onacceptabel groot,

terwijl commerciele gebruikers van dit radio spectrum hier redelijk ongevoelig voor zijn.

Maar ook het luchtvaart verkeer is niet ongestoord gebleven, zij het voornamelijk in de hogere frequentie banden.
Hierdoor moest een compromis gevonden worden dat alle HF amateurbanden,

omroepbanden en de luchtvaartfequenties beschermd worden.

Ter gelijkertijd moest het maximum zendvermogen van de PLT aparatuur begrensd worden.

Het compromis, -55dBm/Hz, is nodig om de PLC apparatuur nog te kunnen laten funktioneren.
Uit de praktijk ervaring vanaf het begin van deze eeuw is gebleken dat PLC apparatuur

24 uur per dag stond te storen, terwijl PLC netwerkgebruikers het slechts enkele uren per dag nodig hadden.

Het gezochte compromis laat PLC apparatuur uit nals het niet wordt gebruikt.

Een voorstel om een speciale frequentieband te bestemmen voor PLC verkeer werd verworden

toen bleek dat dit een zaak voor de IUT-R zou worden en daardoor tenminste 10 jaar vertraging zou oplopen

voor daar een besluit over genomen kan worden. 
Ook het voorstel om PLC uitsluitend tussen 30 en 80 MHz te bedrijven haalde het niet.

Een rapport van de BBC toonde aan dat dit ernstig storing in de FM omroepontvangers zou veroorzaken, met name bij SDR ontvangers.

Wat is er nu bereikt:
- Permanente 'notching' van de amateurbanden, met de grenzen als vastgelegd in EN55022:2006.
- 'Notching' van de omroepbanden waar, met de grenzen als vastgelegd in EN55022:2006.
- Variabel zendvermogen maximaal 30 dB
- De radioemmissie van PLC modems zal beneden de EN55022 blijven als er geen data getransporteerd
De deelnemende radioamateurs verklaarden zich akkoord met dit resultaat.
Er blijven echter nog genoeg grijze gebieden over.

Met name interferentie producten die toch in de verboden frequnetiebanden terecht komen.

Deze zoden kunnen onstaan door PLC apparatuur die te dicht in elkaars nabijheid geplaats worden.

Dit werd echter redelijk onwaarschijnlijk geacht.

John G8MM,(a WG11 participant)

(Pieter J.T.Bruinsma, PA0PHB)

PI4WNO PA3E

 

 

 

*NIEUWE TV-STANDAARD BIJNA GOEDGEKEURD  Sep 21, 2012

Ultra High Definition Television, ook wel bekend onder de naam Super Hi-Vision,

gaat zo als het er nu uitziet goedgekeurd worden door de International Telecommunication Union

als zijnde de volgende generatie universele wereldwijde televisiestandaard.

De nieuwe standaard is ontwikkeld door de publieke omroep NHK en haar wetenschappelijke

en technische laboratoria. Ultra High Definition Television is een systeem dat 16 maal de resolutie

van de huidige high definition beelden biedt.

Het nieuwe beeldformaat voorzien in beelden met een resolutie van 33 miljoen pixels,

opgebouwd uit 7.680 horizontale lijnen en 4.320 vertikale lijnen.

Daarnaast gaat de beeldfrequentie omhoog naar 120 beelden per seconde (nu 25),

naast een 22.2 kanaals multi-dimensionaal geluidssysteem.

Het systeem is ontwikkeld in een samenwerkingsverband tussen NHK en elektronikafabrikanten Panasonic en Sharp.

PI4RAZ PA3E

 

 

 

*REPEATER APP VOOR ANDROID  Sep 25, 2012

In de categorie Beter goed gejat dan slecht verzonnen: een nieuwe repeater app voor Android toestellen.

En dat is meteen ook een nadeel: de app is niet beschikbaar voor iPhone of iPad/iPod,

in tegenstelling tot het al veel langer beschikbare rfinder .

Apparaten die gebruik maken van het Android besturingssysteem kunnen

van af heden de eerste versie van de IARL Repeater app downloaden.

Deze app is volledig gratis voor Android gebruikers te gebruiken. 
De map view optie werkte nog niet optimaal in de eerste versie.

Maar de Carview daar in tegen doe exact wat de bedoeling is.

En, indien een kompas in het apparaat is ingebouwd, toont de app ook de richting aan waar de repeater staat. 
De app staat in de Google store of is via deze link te vinden: 

https://play.google.com/store/apps/details?id=org.iarl

Aangezien er ook repeaters uit het buitenland in staan is deze app ideaal voor op vakantie.
De website van IARL is ook te benaderen via http://repeater.nl.

Hier is nog meer info over de repeaters te vinden.

De vraag is natuurlijk hoe actueel de database is waar gebruik van gemaakt wordt.

Na de lancering van rfinder heeft het ook wel even geduurd voordat de database voldoende gevuld

en actueel was om er gemak van te hebben.

Desalniettemin: heb je een Android toestel, probeer het eens uit.

Het is gratis, dus daar hoef je het niet voor te laten.

PI4RAZ PA3E

 

 

* EERSTE AMATEURS ZUID-SOEDAN ACTIEF Sep 24, 2012

Na de eerste DX-peditie naar de nieuwe DXCC-entiteit Zuid-Soedan is de republiek

eindelijk actief op de amateurbanden dankzij de hulp van het Ministerie van Telecommunicatie

en Post dat in Juba gevestigd is.

De eerste amateur die een machtiging kreeg is James Pratt (Z81A).

James komt van Lake Stevens, WA en heeft al een Amerikaanse machtiging met de call K7QI.

De QSL manager voor Z81A is Frank Remington (K7GSE).

De tweede amateur is Diya (Z81D), en hij werkt voor het UN-WFP (World Food Program).

Zijn QSL manager is Stefan Horecky (OM3JW).

Inmiddels is er ook een machtiging aangevraagd voor een derde amateur (Z88Z)

die plannen heeft om op afstand te gaan werken.

Aan de hand van de lijst met prefixes die de ITU-R1 toegewezen heeft aan Zuid-Soedan,

zullen James en Diya nauw samenwerken met het ministerie bij het spreiden van de groep prefixen

over alle 10 staten van Zuid-Soedan.

Op dit moment zijn alleen Z81A en Z81D actief dus heb geduld:

ze doen hun best om zoveel mogelijk QSO's te beantwoorden.

PI4RAZ PA3E

 

 

*UHF energieoverdracht voor implantaten

Samenvatting

Een wetenschappelijke groep onder leiding van Ada Poon van Stanford University

heeft een pacemaker ontwikkeld die zo groot is als een speldenknop en zijn energie ontvangt via een radiosignaal. 
 Foto

UHF energieoverdracht voor implantaten

Tot voor kort werd aangenomen dat alleen laagfrequente radiosignalen

ver genoeg in het menselijk lichaam konden doordringen.

Het probleem is echter dat deze signalen een relatief grote spoel nodig hebben.

Ada Poon ontdekte dat het mogelijk was een zeer kleine stroomspoel te activeren

met een hoogfrequente radiosignaal.

Ze was eerder dit jaar in het nieuws met een door haar ontwikkelde chip die,

in theorie, door het lichaam kan navigeren met magnetische velden.

In de afgelopen 50 jaar werd met weinig succes naar draadloze energie

overdracht voor geïmplanteerde elektronica gezocht.

Volgens de toen geldende theoretische modellen konden In tegenstelling tot laagfrequent golven,

hoogfrequent radiogolven niet ver doordringen in weefsel

en zouden daardoor een veel te slecht rendement opleveren.

En bovendien zijn voor laagfrequent golven te grote 'antennes' nodig.

Daarom had men nooit met HF pogingen ondernomen.

Maar Poon, met assistentie van Daniel Pivonka en Anatoly Yakovlev,

ging eens scherper naar de gebruikte modellen kijken

en kwam tot de conclusie dat men daarbij foute aannames had gebruikt.

Weefsel gedraagt zich niet alleen als een verlies opleverende weerstand

maar ook als dielectricum en zeker als men met hoge frequenties gaat werken,

dan ontstaat een situatie waarbij de ohmse verliezen verwaarloosbaar zijn.

Dielectrische materialen kunnen dan hoogfrequent golven wel goed transporteren.

Een bijkomend voordeel van het gebruik van dielectrische materialen is dat de golflengte

in die materialen kleiner is dan in lucht en wel met de wortel van de dielectrische constanten.

Water heeft een dielectrische constante van 80 voor frequenties tot ver in het UHF,

waarmee de golflengte een factor 9 kleiner wordt en dus antennes

met de zelfde factor kleiner kunnen worden gemaakt.

Voor implanteerbare elektronica betekende dit dat bij gebruik van een frequentie van 1 GHZ

de antennes een factor 100 kleiner kon maken dan als zij laagfrequent energie overdacht zou toepassen.

Poon's groep ontwierp een integrated circuit van 2 vierkante millimeter,

klein genoeg om door een ader te bewegen.

Het ontwerp is toegepast op een pacemaker en andere draadloze implantaten.

(Pieter J.T.Bruinsma, PA0PHB)

PI4WNO PA3E

 

 

*CW-examens

Samenvatting

Tijdens de recent gehouden VR is voorstel 7 van de Afd. Amersfoort aangenomen

waarin het HB wordt gevraagd om een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid

om een andere 'examen route' te organiseren dan de huidige 'Belgie Route',

waarbij de voorkeur wordt geuit om in Nederland een cw examen af te leggen. 
 CW-examens

In dit kader heeft overleg plaatsgevonden tussen het bestuur van de VERON,

de verantwoordelijke persoon voor cw examens binnen het BIPT en het bestuur van de UBA.

Uit dit overleg is het volgende naar voren gekomen:
- Het BIPT accepteert alleen examenuitslagen van examens die op Belgisch grondgebied zijn afgenomen.
- De UBA is bereid om een CW examen te organiseren echter zij stelt een minimum eis van 5 Nederlandse kandidaten.

De UBA zal daar naar alle waarschijnlijkheid nog enkele kandidaten aan toe voegen.

Het hoofdbestuur van de VERON is bereid om samen met de UBA een CW examen te organiseren.

Gelet op de eis van het BIPT kan dit examen niet in Nederland worden afgenomen worden;

echter er wordt aan gewerkt om dit dicht bij de Nederlandse grens te laten plaats vinden.

Plaats en datum zijn op het moment van schrijven nog niet bekend.

Kandidaten voor dit examen kunnen zich tot uiterlijk 1 januari 2013 opgeven bij ondergetekende:

((Remy F.G. Denker, PA3AGF Email: PA3AGF@VERON.NL)

PI4WNO PA3E

 

 

 

 

*Te koop kijkt a.u.b. voor meer informatie bij TE-KOOP  

 

*Heeft ook u iets te koop.

Of weg te geven of u zoekt iets.

Misschien hebt u informatie nodig?

Laat het weten via het ORB e-mailadres wij nemen het dan op in de ronde.

Misschien kan een medeamateur u helpen

*Zo nu zijn we weer aan het einde gekomen van deze 409e ronde.

Johan PD2JCW,

en onze vast copy leveranciers

wensen u nog een prettige avond verder.

Tot de volgende week.


Terug naar de ronde