Ronde 769
van de Onafhankelijke Radioamateurs Brabant “ORB” 24-02-2021
*
Goedenavond zend, en luisteramateurs,
U
kijkt weer naar de woensdagavond ronde.
En
wij proberen u, zoals bij elke ronde weer wat nieuws te brengen.
Elke
éérste dinsdag van de maand is er een
“besloten”
bijeenkomst van de vriendenkring.
Deze
worden gehouden in het scoutinggebouw van Rey de Carle-,
Bladelstraat
2 in de wijk Reeshof te Tilburg.
Op
deze avonden is onze QSL manager aanwezig.
De
bijeenkomsten hebben een vriendschappelijk karakter, waar we
Ervaringen
kunnen uitwisselen, gewoon gezellig bij elkaar kunnen zijn.
Wat
bijkletsen, met af toe een lezing.
En….
Dat
willen we graag zo houden
Onze
rondeleiders zijn Johan PD2JCW
En
Frank PF1SCT
*Franse radiovereniging REF meldt toename
aantal amateurs.
Auteur Frank Webmaster PI4RAZ .
Geplaatst op16 februari 2021.
De Franse National Amateur Radio Society, REF,
heeft onlangs gerapporteerd over
licentiecijfers van de afgelopen vijf jaar.
Het aantal vergunningen in Frankrijk bedroeg
eind 2020 13.956 vergeleken met 13.482 eind 2016.
Dit is een lichte stijging van 3,5 procent
over de periode van vier jaar.
In dezelfde periode legden 1.200 kandidaten hun meerkeuze examen met 40 vragen af
en 748 waren succesvol, een
slagingspercentage van iets meer dan 62 procent.
In januari 2019 werd de vergoeding voor het aanvragen of verlengen van de licentie afgeschaft
en dit heeft er waarschijnlijk toe geleid dat
meer amateurs hun roepnaam behouden.
Ter vergelijking: eind 2016 waren er in
Nederland 12.566 uitgegeven licenties, tegen 13.219 eind 2020.
Dat is een toename van 5,2% in dezelfde
periode.
Wat opvalt is dat Frankrijk 67 miljoen inwoners heeft, bijna 4x zoveel als Nederland,
maar ongeveer hetzelfde aantal amateurs.
Dan doen we het nog niet zo slecht.
https://www.pi4raz.nl
Edmond PA3E
*Franse ministerie van defensie zoekt radio
jammers.
Auteur Frank Webmaster PI4RAZ .
Geplaatst op17 februari 2021.
Het Franse ministerie van Defensie heeft een aanbesteding uitgeschreven
voor radiostoorzenders die op een drone
kunnen worden gemonteerd.
Het Defence Innovation Agency van de overheid heeft een verzoek
om voorstellen gedaan op zoek naar een klein oorlogsapparaat met laag vermogen
dat radiocommunicatiezenders kan vinden terwijl deze is gemonteerd
op een drone en mogelijk signalen kan
uitschakelen door middel van jamming.
De voorstellen moesten uiterlijk 18 januari ingediend worden
en demonstraties van prototypes zullen in de
loop van de komende zeven maanden volgen.
De apparaten zullen naar verwachting in staat zijn om een willekeurig aantal zenders te detecteren
die tussen 30 MHz en 6 GHz werken en in staat zijn om hun bevindingen in realtime
naar een ontvangend station op de grond te verzenden.
Bieden wordt beperkt tot bedrijven binnen de
Europese Unie.
https://www.pi4raz.nl
Edmond PA3E
*Radio amateur ontvangt weer Mars-satelliet.
Auteur Frank Webmaster PI4RAZ .
Geplaatst op18 februari 2021.
De Canadese radioamateur Scott Tilley, VE7TIL
heeft weer een signaal uit de verre ruimte
opgevangen.
Zijn laatste verovering was het kopiëren van het signaal van de Chinese sonde Tianwen-1,
die op 10 februari in een baan rond Mars
kwam.
Tilley vertelde Spaceweather.com dat het
X-bandsignaal van de sonde ‘ luid en hoorbaar” was.
“Het was een zoektocht,” vertelde Tilley
aan Spaceweather.com.
Hij legde uit dat hoewel het ruimtevaartuig zijn frequentie postte
bij de International Telecommunication Union (ITU),
deze te vaag was voor nauwkeurige afstemming
(X-band ligt tussen 8 GHz en 12 GHz).
Tianwen-1 werd afgelopen juli gelanceerd
en vertegenwoordigt de eerste Marsmissie van
China.
Het bestaat uit een orbiter en een rover,
die in mei of juni 2021 op het oppervlak van
Mars zullen landen.
Hij is in staat om het oppervlak van de
planeet tijdens zijn baan om de planeet te fotograferen.
Het vinden van signalen uit de verre ruimte is een onderdeel van de hobby voor Tilley,
die zoekt naar wat hij ‘zombiesatellieten’ noemt,
naast nog andere signaalbronnen.
In 2020 volgde en identificeerde hij signalen
van de experimentele UHF militaire
communicatiesatelliet LES-5.
Tilley zei dat hij de satelliet had gevonden in wat hij een geostationaire “kerkhof”-baan noemt
nadat hij een gemoduleerde draaggolf op
236,7487 MHz had opgemerkt.
De LES-5 werd gelanceerd in 1967 en had in 1972 moeten stoppen,
maar hij blijft werken zolang de zonnepanelen
naar de zon gericht zijn, legde Tilley uit.
In 2018, terwijl hij op jacht was naar een niet bekendgemaakt ruimtevaartuig
van de Amerikaanse overheid dat verloren was gegaan bij een lanceringongeval,
herkende hij het signaal van IMAGE (Imager for Magnetopause-to-Aurora Global Exploration),
een NASA-ruimtevaartuig dat vermoedelijk in
december 2005 gestopt was met signalen afgeven.
De wetenschappers waren verheugd over deze
ontdekking.
Tilley heeft ook signalen opgevangen van NASA’s Mars Reconnaissance Orbiter
en de Hope-sonde van de Verenigde Arabische Emiraten,
beide in een baan om Mars, zo’n 200 miljoen
kilometer verderop.
Hij gebruikt een zelfgemaakte schotel van 60 centimeter voor de ontvangst
en vertrouwt op software-defined radio’s (SDR’s)
om de signalen te detecteren.
Radioamateurs luisteren al naar signalen uit de ruimte sinds de lancering van de Sputnik 1 in 1957,
die uitzond op ongeveer 20 MHz.
https://www.pi4raz.nl
Edmond PA3E
*Friedrichshafen gaat door met
voorbereidingen.
Auteur Frank Webmaster PI4RAZ .
Geplaatst op19 februari 2021.
De organisatoren van het populaire hamradio-evenement in Friedrichshafen
zijn nog steeds van plan om het evenement op
25 tot 27 juni te laten plaatsvinden
In een persbericht zeggen de organisatoren:
Nadat de Internationale Amateur Radio Tentoonstelling vorig jaar niet mogelijk was
vanwege de coronavirus pandemie,
zijn de organisatoren van de beurs aan het Bodenmeer optimistisch
dat ze van 25 tot 27 juni 2021 in een
ontmoetingsplaats voor de industrie kunnen voorzien.
Met de Duitse amateurradioclub eV (DARC) als perfecte sponsor
wordt nu de koers gezet voor de 45e editie
van de Ham Radio.
“We houden de situatie natuurlijk nauwlettend in de gaten.
Op dit moment gaan we ervan uit dat we Ham Radio kunnen houden
in overeenstemming met een uitgebreid, beproefd veiligheids- en hygiëneconcept
en kijken er naar uit om iedereen weer te zien op Europa’s belangrijkste vakbeurs voor amateurradio. ” l
egt de CEO van Messe Friedrichshafen Klaus
Wellmann uit.
Voor de komende Ham Radio zal er om verschillende redenen een nieuwe halindeling zijn:
Zeppelin Cat Hall A1 dient momenteel als een tijdelijke training- en speellocatie
voor de volleyballers van VfB Friedrichshafen
nadat de ZF Arena was gesloten vanwege
structurele defecten.
Het wijkvaccinatiecentrum is momenteel
gehuisvest in hal A2.
Om die reden zullen de commerciële exposanten en verenigingen de hallen A3 en A4 bezetten
en kunnen de radioamateurs bijzondere
ontdekkingen doen op de rommelmarkt in de hallen B1 en B2.
Op deze manier is er voldoende ruimte
beschikbaar voor zowel exposanten als bezoekers.
In plaats van presentaties te geven op het podium in Foyer West,
worden presentaties gegeven in de
vergaderzalen en uitgezonden via videostreams.
“Ook dit jaar presenteert de Ham Radio een breed scala aan meetinstrumenten,
antennes en elektrotechnische
apparatuur.
Het evenement zal echter een beetje
verschillen van wat er in voorgaande jaren te zien was.
Zo wordt het aantal live-presentaties teruggebracht
en komt er geen jeugdkamp en geen HAM-Rallye.
Tickets kunnen alleen online worden gekocht
”, zegt projectmanager Petra Rathgeber.
DARC trekt momenteel alles uit de kast om zich voor te bereiden
op de 71ste bijeenkomst aan het Bodenmeer.
De Ham Radio is ’s werelds eerste
amateurradio tentoonstelling sinds het begin van de pandemie.
Parkeerplaatsen voor campers / caravans en
openingstijden
Voor bezoekers biedt de beurs ook de mogelijkheid om te overnachten
op een parkeerplaats voor campers en caravans
vlakbij de beurs.
De Ham Radio vindt plaats in Friedrichshafen van vrijdag 25 juni tot en met zondag 27 juni 2021
en is dagelijks geopend van 9.00 tot 18.00
uur, op zondag van 9.00 tot 15.00 uur.
https://www.pi4raz.nl
Edmond PA3E
*CME onderweg naar de aarde .
Auteur Frank Webmaster PI4RAZ .
Geplaatst op 22 februari 2021.
Tijdens het weekend blies een donkere vlek van magnetisme op de zon op,
die een coronale massa-ejectie (CME) de
ruimte in slingerde.
NOAA-computermodellen bevestigen dat de CME
de aarde op 23 of 24 februari zal schampen.
De oplichtende CME kan kleine geomagnetische stormen van klasse G1
en aurora’s op hoge breedtegraad
veroorzaken.
Dat zal te merken zijn aan de condities en
uiteraard de zichtbaarheid van het Noorderlicht.
Het hele verhaal en meer informatie vind je
op Spaceweather.com.
https://www.pi4raz.nl
Edmond PA3E
*PA0SSB, een ras amateur is niet meer .
Op 5 januari 2021 overleed Jan Ottens,
.PA0SSB.
Jan heeft veel voor de zendamateur
gemeenschap betekend.
Wie van de oudere garde heeft niet met veel
interesse Jan’s uiteenzettingen over SSB gelezen?
Bij de opening van de 2 meter band bleek de ’zelfbouw’ van de te keuren Transceiver
voor het verkrijgen van een ’C-licentie’
uiteindelijk de aanpassing van in de dump
verkrijgbare vliegtuig of militaire transceiver.
Met een volledige licentie mocht je pas
werken in de populaire HF-banden.
En daar was SSB in opkomst en behoorlijk
populair.
Jan Ottens was in mijn ogen ’de’ expert
op SSB gebied.
Hij gaf niet alleen adviezen op SSB gebied
maar ook met zijn zelfbouw projecten kon je
zelf veel plezier beleven.
Jan’s interesse strak zich ook uit tot de
astronomie.
Hij maakte verbindingen via EME en een van zijn jongste projecten was
een complete zendontvanger voor de Q-100
satelliet.
Meerdere van zijn projecten zijn in Electron
gepubliceerd.
We zullen hem missen. (Pieter, PA0PHB)
RTTY bulletin PI4WNO Edmond PA3E
* Ultrageluid op nanoschaal .
De bestaande niet-destructieve technieken om nano-elektronica in beeld te brengen,
zoals optische- en elektronenmicroscopie, zijn niet nauwkeurig genoeg
of niet toepasbaar voor structuren met
afmetingen op nano schaal.
Volgens Gerard Verbiest van de TU Delft is
ultrageluid een bekende 3D-techniek op macroschaal.
Het voordeel is daarbij dat het een brede
toepassing kent.
Ultrageluid is een hele goede manier om de 3D-structuur van een niet-transparant sample
op een niet-destructieve manier in kaart te
brengen.
Maar er bestond nog geen
ultrageluid-technologie op nanoschaal.
De resolutie van ultrasound imaging wordt immers sterk bepaald door de golflengte
van het gebruikte geluid, en die ligt momenteel typisch in de orde van een millimeter.
Om dit te verbeteren werd ultrageluid al
eerder geïntegreerd in een zo genoemde Atomic Force Microscope (AFM).
AFM is een techniek waarmee je heel precies
met een zeer kleine naald oppervlakken kunt aftasten en in kaart brengen.
Dit heeft als voordeel dat niet de golflengte
maar de grootte van de tip van de AFM de resolutie bepaalt.
Maar helaas is bij de tot nu toe gebruikte
frequenties (1-10 MHz), dat het signaal van de AFM te klein en onduidelijk.
De frequentie van het gebruikte geluid moest
dus verder omhoog, tot in de GHz-banden.
Die frequentie verhoging bleek pas recent
mogelijk door gebruik te maken van het foto-akoestisch effect.
Daarmee is het nu mogelijk om extreem korte geluid pulsjes op te kunnen wekken.
"De nieuwe methode is vooral interessant voor de nano-elektronica,
om in de toekomst nog kleinere chips te kunnen maken en dan moet je deze stap zetten",
volgens Verbiest. (TU Delft)
RTTY bulletin PI4WNO Edmond PA3E
*Magnetische noorden verschuift .
Het magnetische noorden ligt niet precies op
het centrum van de noordpool.
Die magnetische noordpool is als sinds
mensenheugenis aan de wandel.
Zelfs zijn er perioden geweest waarbij de
magnetische noordpool onder de geografische zuidpool lag.
Heeft die constante verschuiving invloed op de propagatie van onze radiogolven?
Die constante verschuiving had wel degelijk
invloed op de nauwkeurigheid het kompas van de zeevaarders.
Het was zaak om daar ernstig rekening mee te
houden toen er nog geen satelliet navigatie beschikbaar was.
Aan het aardoppervlak is het aardmagnetisch veld grofweg te beschrijven
als een magnetisch dipool veld met
- letop
- een magnetische zuidpool in het noorden en
een magnetische noordpool in het zuiden.
De magnetische polen zijn de plekken
waar de magnetische veldlijnen verticaal uit
het aardoppervlak lopen.
Rond de evenaar lopen de magnetische
veldlijnen daarom evenwijdig aan het aardoppervlak.
Het magneetveld beschermt onze aarde tegen de
ioniserende straling van de zonnewind.
Die zonnewind is een stroom geladen deeltjes afkomstig van de zon,
die door het magneetveld van de aarde wordt afgebogen
zodat het merendeel van deze straling onze
aard atmosfeer niet treft.
Toch komt een gedeelte van deze straling in
onze atmosfeer terecht.
Radioamateurs zijn daar alert op.
Het bepaalt immers de sterkte en de ligging van de geïoniseerde lagen in de atmosfeer,
die in grote mate de propagatie van onze
radiogolven beïnvloeden.
Die zonnewind vertoond een elfjarige cyclus en samenhangend
daarmee de periode waarin het aantal
zonnevlekken op de zon varieert.
Zo zitten wij momenteel in zonnecyclus 25.
Het effect van de zonnewind op de aard atmosfeer
wordt dus in grote mate bepaald door het
aardmagnetisch veld.
Echter, in de afgelopen jaren hebben wetenschappers iets vreemds opgemerkt:
het gebruikelijke tempo waarin het magnetische noorden zich verplaatst,
is opeens versneld, waardoor het nu op relatief hoge snelheid
over het noordelijk halfrond schuift en
niemand weet precies waarom.
De exacte positie van het aardmagnetisch is van belang in een groot aantal gebieden,
waarop de navigatie van talloze systemen is
gebaseerd, van smartphones tot schepen en verkeersvliegtuigen.
De geografische kaarten zijn mede ontstaan
door meting van het aard magneetveld in een World Magnetic Model.
De veranderingen zijn zo opmerkelijk dat
wetenschappers zijn begonnen aan een broodnodige update van dit model.
Blijft nog de vraag: waarom verschuift de
magnetische noordpool zo snel?
Zijn er bijvoorbeeld daardoor fouten
ingeslopen in Google Maps?
Wat is het World Magnetic Model?
Het is een beschrijving van de ligging van
het magnetische ten opzichte van het geografische noorden.
Het was James Clark Ross die in 1831 als
eerste de positie van de noordpool vaststelde en dat registreerde.
De pool lag destijds tussen de verspreid liggende eilanden van het Canadese territorium Nunavut,
maar sindsdien is het punt over het algemeen richting het noorden gewandeld
en heeft in de afgelopen tientallen jaren
meerdere honderden kilometers afgelegd.
Blijft de vraag; merken wij radioamateurs
iets van die verschuiving?
Het antwoord zal u niet verbazen:
- De invloed van de zon overheerst bij de
propagatie van de radiogolven.
– Onze nauwkeurigheid van het bepalen van de locatie over de tijd is veel grover
dan de verandering in de positie van het
aardmagnetisch veld.
– Dus nee, de variaties in de zonnecycli
zijn hebben veel meer invloed op de propagatie van onze radiogolven
Meer informatie zie o.a. National Geografic,
febr 2019 (Pieter, PA0PHB, onderwerp aangeleverd door Erik PA5EK)
RTTY bulletin PI4WNO Edmond PA3E
*Een oudje ingezonden door Frank PF1SCT mag
hij zeker ook zelf oplezen .
Een aanval van de Sovjet-Unie op Nederland
Als de Russen komen
Door: Herman Schoemaker
Na de ervaringen in de Tweede Wereldoorlog werd in Nederland al eind jaren veertig
een instituut opgericht dat bij een nieuwe
bezetting in actie zou komen.
Agenten werden getraind; wapens, codes en
geld verborgen in ondergrondse bergplaatsen.
Deze stay-behind-organisatie heeft lange tijd
strikt geheim kunnen opereren.
Eind jaren veertig en begin jaren vijftig
geloofde menigeen dat een Sovjetaanval op Nederland niet viel uit te sluiten.
Nederland diende zich daarom voor te bereiden
op oorlog en wellicht zelfs op een nieuwe bezetting.
Verschillende Nederlandse gezinnen legden een
kleine noodvoorraad voedsel in blik aan.
In 1951 werd de Bescherming Bevolking (BB)
opgericht om het Nederlandse volk te beschermen tegen luchtaanvallen.
De BB had vooral een symbolische en
psychologische functie, maar de gemiddelde Nederlander had weinig fiducie in de
instelling.
Ook op een andere manier bereidde Nederland
zich voor op een Sovjetinvasie en -bezetting.
Gedurende de gehele Koude Oorlog bestond er
een geheim instituut dat bij een bezetting in actie zou komen.
Deze zogenoemde stay-behind-organisatie zou verzet moeten stimuleren,
sabotage moeten plegen en contact moeten onderhouden
met de naar het buitenland uitgeweken
Nederlandse regering en staf, ten behoeve van psychologische oorlogvoering.
Vele tientallen jaren opereerde de instelling buiten het zicht van pers en publiciteit
– ook bij officiële instanties werd niet
over het bestaan gerept.
Een organisatie met meer dan honderd medewerkers zag kans om gedurende lange tijd de opleiding van agenten,
het vervoer van materialen, een operationele staf en de financiering van dat alles voor het publiek
en de overheid (met uitzondering van een
enkeling) volledig geheim te houden.
Al direct na de oorlog speelden enkele Nederlanders
met de gedachte om een Nederlandse
stay-behind-organisatie op te richten.
De aanvankelijke passiviteit en naïviteit
van de bevolking tegenover de Duitse bezetters mochten zich niet herhalen.
In 1946 was men onder leiding van mr. L. Einthoven, vertrouwensman van prins Bernhard
en hoofd van de voorloper van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD),
begonnen met het opzetten van een dergelijke
orgaan.
Toen minister-president Willem Drees enkele jaren later werd geïnformeerd over de vorderingen,
bleek dat onder leiding van de latere minister van Staat M. Ruppert
en enkele geheim agenten uit de jaren van de Tweede Wereldoorlog
inmiddels een staf was opgezet van 21
medewerkers.
Zes personen waren belast met stafwerkzaamheden, elf met rekrutering en opleiding,
twee met de administratie en nog eens twee
met de zorg voor materieel en transport.
In 1956 waren er al meer dan 75 agenten in de organisatie opgenomen: specialisten, telegrafisten en operators,
die de radioverbindingen met de staf in het
buitenland verzorgden.
De Zwitserse auteur Daniele Ganser vermeldt in zijn boek NATO’s Secret Armies (2004)
dat de Nederlandse stay-behind bestond uit 20 stafmedewerkers en 150 getrainde agenten met ervaring in guerrilla,
explosieve en sabotageactiviteiten.
Het werven van agenten was niet eenvoudig.
Er werd geprobeerd in alle delen van Nederland te rekruteren,
alsmede uit alle sociale en politieke lagen
van de bevolking, ook uit kringen van de vakbeweging bijvoorbeeld.
Aspirant-agenten werden uitgebreid door de
Binnenlandse Veiligheidsdienst gescreend.
Ook de opleiding van agenten was een
tijdrovende zaak.
Alle agenten volgden de opleiding in hun
vrije tijd.
Een verslag uit 1952 geeft hier een idee van.
Allereerst kregen de aanstaande agenten en
saboteurs een veiligheidstraining van ongeveer veertig uur.
De lessen werden meestal eens per twee weken
op een avond of vrije middag individueel door
een instructeur gegeven.
Dat gebeurde gedeeltelijk op een neutraal adres, een safehouse,
dat door de organisatie onder het mom van lesgeven werd gehuurd,
zo mogelijk binnen een redelijke afstand van de woonplaats van de agent,
maar uit veiligheidsoogpunt niet in de
woonplaats, om toevallige ontmoetingen te voorkomen.
De eigenaar of de beheerder van het adres wist meestal niet
van de werkelijke activiteiten die er
plaatsvonden.
Als er geen safehouse beschikbaar was, werd gebruikgemaakt
van een geblindeerde transportauto die voor
instructie was ingericht.
Die auto met chauffeur kwam op een
afgesproken tijd en plaats.
De chauffeur bleef meestal in of bij de auto
met de instructeur en de agent in opleiding.
De veiligheidsopleiding omvatte lessen theorie en praktijk;
de agenten leerden onder meer goede afspraken te maken en pakjes en brieven over te dragen
aan onbekenden via een DLB (een dead letter
box).
Uiteindelijk werd de cursus afgesloten met
een volgoefening in een grote stad.
De agent moest een codebericht op een vooraf zelf bepaalde plek in de stad achterlaten
en vaststellen of hij of zij gedurende die actie gevolgd werd en door wie.
Voor deze oefening werd een beroep gedaan op
een volgploeg bestaande uit stafleden.
Op vrijwillige basis verkreeg elke agent een opleiding in het gebruik van vuurwapens.
Deze omvatte gebruik en onderhoud van het
wapen en schietoefeningen op een zeer geavanceerde schietbaan.
De agent wist niet waar die schietbaan zich bevond; hij of zij
werd in de geblindeerde instructieauto met de
schietinstructeur naar de schietbaan gebracht.
Het gebruik van wapens was overigens defensief georiënteerd;
de liquidatie van personen was, als een
Russische bezetting dreigde, geen eerste optie.
Zwarte lijsten van te liquideren personen
hebben ook nooit in de organisatie gecirculeerd.
Zeer veel tijd kostte de noodzakelijke
opleiding tot telegrafist.
Aanvankelijk werden agenten opgeleid om
radioverbindingen via de korte golf te maken.
Eerst leerden ze een morsesleutel bedienen.
De agent in opleiding moest vervolgens
gecodeerde morseberichten kunnen opstellen en ontcijferen.
Ook de bediening van de gecompliceerde zend- en ontvangapparatuur
en de erbij behorende codeprocedure was geen
sinecure.
Gedurende vele jaren werden ongeveer twee keer per maand in bijeenkomsten
van zo’n negentig minuten radioverbinding
en code onderwezen.
Wanneer een agent operationeel was, moest hij ongeveer eens per maand
een radioverbinding met de ‘basis’ in het
buitenland maken.
De agent bepaalde zelf de plaats en het
moment van uitzenden.
Vragen van de basis werden gedecodeerd en beantwoord; de instructeur kreeg later
een schriftelijk rapport, dat met de agent
werd besproken.
Doordat de techniek per jaar veranderde, en daarmee vaak ook de apparatuur,
was blijven oefenen een absolute noodzaak om
de opgeleide agent/verbindingsman alert en bij de tijd te houden.
Elke agent had een ‘contactman’.
Deze stafmedewerker kende de identiteit van
de agent en kwam in veel gevallen ook aan huis.
De agent kende zijn contactman slechts onder
diens schuilnaam en kon hem niet zelf bereiken.
De contactman was vaak de radio-instructeur,
omdat deze toch al vele uren met de agent in opleiding te maken had.
Wanneer de agent naar de mening van de radio-instructeur voldoende paraat was,
werd hem door zijn contactman een waterdichte
container verstrekt.
Deze container bevatte zend- en ontvangapparatuur, codemiddelen, een zendplan,
eventueel een wapen en munitie, en 20.000
gulden in contanten.
De container moest in of direct bij de woning
van de agent worden verstopt
– meestal werd hij begraven onder het huis
of in de tuin.
Regelmatig moest apparatuur in de container die verouderd was worden vervangen.
De apparatuur, zendplannen en codemiddelen om
te oefenen werden apart verstrekt.
De opleiding van een agent werd afgerond met een uitgebreide cursus geestelijk verzet,
en hij werd vertrouwd gemaakt met het beheer
van een bergplaats, een cache.
Er waren 39 sabotage-caches verspreid over Nederland: geheime,
vaak ondergrondse bergplaatsen met
sabotagemateriaal.
Ook waren er 15 geheime bergplaatsen waar waarde middelen waren verstopt als contanten,
goud en edelstenen voor de financiering van
de te vormen verzetsgroepen.
De bergplaatsen werden uitgezocht op openbaar
terrein en door stafmedewerkers in de nacht gevuld.
De agent kende de locatie van de bergplaats niet;
die zou pas onder operationele omstandigheden
per radio worden verteld.
Uiteraard vergde ook deze actie zorgvuldige voorbereiding; een gure,
donkere en bij voorkeur regenachtige nacht was geschikt
om de ongeveer twintig zware waterdichte
blikken te begraven en te camoufleren.
Aan en afvoer gebeurde met een geblindeerde bestelauto;
lokale autoriteiten werden niet op de hoogte
gebracht.
Natuurlijk bestond het risico dat er tijdens
activiteiten voor de organisatie ooit iets mis zou gaan.
Een routinecontrole van auto’s met medewerkers tijdens vervoer van zaken
naar de graafactiviteiten of tijdens de reis naar instructiebijeenkomsten was niet uit te sluiten.
Stafmedewerkers waren in het bezit van een
document met pasfoto, een ‘groene pas’.
In geval van calamiteit of een politiecontrole kon de pas worden getoond;
de betrokken politieagent of marechaussee werd opgedragen ‘hem/haar bij de uitoefening van zijn taak
ongemoeid te laten en desgevraagd bij te
staan’.
In een begeleidende brief stond dat de
betrokken autoriteit ter controle een telefoonnummer in Den Haag kon bellen.
Het is in al die jaren overigens nooit
voorgekomen dat een medewerker de pas heeft moeten gebruiken.
Ook de stafmedewerkers moesten worden
opgeleid en geïnstrueerd.
Regelmatig werden onderlinge bijeenkomsten belegd,
uiteraard zonder dat men elkaars identiteit
kende en op een neutraal adres.
Informatie en praktische voorstellen werden
uitgewisseld.
Nieuwe instructies en technische vorderingen
werden via een aanwezige van de leiding besproken en vastgesteld.
De stafmedewerkers waren overigens betaalde
krachten, agenten niet.
Stafmedewerkers kregen ook regelmatig gespecialiseerde opleidingen in het buitenland,
onder andere van Amerikanen, Duitsers en
Engelsen.
De reizen werden onder valse identiteit en dus ook met valse paspoorten uitgevoerd.
Die paspoorten werden ‘geregeld’ door
Algemene Zaken.
Maandelijks brachten de instructeurs schriftelijk verslag uit van de gang van zaken
aan het hoofd van de dienst; de vorderingen van agenten werden gerapporteerd
zonder dat de identiteit en de woonplaats van
de agent werden vermeld.
Mocht het Sovjetleger daadwerkelijk aanvallen, dan zou de staf worden geëvacueerd:
een aantal mensen zou, zo nodig met
familieleden, uitwijken naar de ‘basis’ in het buitenland.
Evacuatie verliep per schip, vliegtuig of
gewoon per auto via een vooraf geprepareerde route via Frankrijk en Spanje.
Dit evacuatieplan – ‘EVA’ – was
voorbereid.
Regelmatig werden door stafleden ‘oefenvakanties’
langs deze ontsnappingsroute en de daarbij
behorende ingerichte pleisterplaatsen in Frankrijk gehouden.
De leiding van de organisatie hield contact met de officiële geheime inlichtingendienst,
de Nederlandse Inlichtingendienst Buitenland
(IDB).
Via deze dienst werden contacten onderhouden met buitenlandse diensten,
ten behoeve van aanschaf van apparatuur en nieuwe technische
en operationele ontwikkelingen op het
vakgebied.
Financiering van de organisatie door de overheid verliep onder dekmantel van de IDB,
die viel onder het ministerie van Algemene
Zaken (onder verantwoordelijkheid van de minister-president).
Voor de inrichting van de operationele ‘basis’ in het buitenland Engeland
en de Verenigde Staten was uiteraard medewerking van het betreffende land nodig.
Regelmatig bezochten stafleden het
buitenland.
De basisuitrusting, bestaande uit voorschriften, interne syllabi,
gecodeerde gegevens van agenten, zendplannen, codes en financiële middelen,
werd in buitenlandse opslagplaatsen
opgeslagen.
Jaarlijks werd de inhoud van de bergplaatsen geactualiseerd
door het hoofd van de organisatie met een
medewerker.
Van deze gelegenheid werd gebruikgemaakt om de lokale beheerder,
een medewerker van de Nederlandse ambassade,
te instrueren.
Ondanks de jaren van detente bleven deze
activiteiten tot in de jaren tachtig gangbaar.
In de Handelingen van de Tweede Kamer werd tijdens de Koude Oorlog
wel gerept over geheime diensten,
de BVD en spionage, maar er is geen sprake
van stay-behind.
Ook de commissie van de Tweede Kamer die de geheime dienst moest controleren,
de commissie Inlichtingen en Veiligheidsdiensten
(ook wel de Commissie Stiekem genoemd)
vermeldde over die periode nooit iets over
het bestaan of functioneren van de organisatie.
Het feit dat er tot 1980 niet over stay-behind in Nederland werd geschreven
wil natuurlijk niet zeggen dat er nergens
iets over de organisatie bekend was.
Het is een interessante vraag of de Russen (of andere Oostbloklanden)
van het bestaan van de Nederlandse
stay-behind op de hoogte waren.
Buitenlandse inlichtingendiensten waren ook
in Nederland actief.
Zeer regelmatig maakten stay-behind-agenten langeafstandsverbindingen
(op de korte golf) vanuit Nederland weliswaar met zeer geavanceerde apparatuur,
maar de kans op onderschepping bestond.
Stafmedewerkers en agenten maakten buitenlandse reizen onder gefingeerde namen,
maar ook dat was niet altijd waterdicht.
In 1980 kwam de organisatie in de
publiciteit.
Er was in Italië grote politieke beroering ontstaan toen het bestaan
van een stay-behind-organisatie aan het licht
kwam.
Een wapenvondst in Venetië leidde tot de ontdekking van een geheime organisatie
die op Europees niveau opereerde.
De organisatie had formele banden met de
NAVO.
Ook de Amerikanen en de Canadezen waren van
het bestaan op de hoogte.
De Italiaanse organisatie stond bekend onder
de naam ‘Gladio’.
Al spoedig werd Gladio in Europa een soortnaam voor een stay-behind-organisatie.
De Nederlandse landelijke dagbladen schonken
ruim aandacht aan de Gladio-affaire.
Tot overmaat van ramp voor de organisatie doken enkele jaren later berichten op in de pers
over een omvangrijke leeggeroofde
wapenopslagplaats in de Scheveningse Bosjes bij Den Haag.
Bij een controle van deze bergplaats in 1983 werd volgens een artikel in Trouw
vastgesteld dat de bergplaats was
leeggehaald.
Deze was opgevuld met oude koelkasten en weer keurig dichtgemaakt,
zodat er bij eerdere controles met een
detector niets was opgevallen.
De Marechaussee had bij de Haagse politie aangifte gedaan,
maar er werd besloten aan de zaak geen
ruchtbaarheid te geven.
In 1991 doken er in het criminele circuit
wapens op die vermoedelijk uit deze bergplaats waren gestolen.
Op 29 augustus werden de bekende criminelen S. Klepper en J. Mierenet in Alkmaar gearresteerd
met in hun bezit wapens die vermoedelijk
afkomstig waren uit de bergplaats in Den Haag.
Inmiddels liep de Koude Oorlog ten einde.
In eerste instantie leidde dat nog niet tot
opheffing van de stay-behind-netwerken.
In december 1990 werd aan alle agenten (via hun contactman) een brief ter inzage gegeven
waarin werd vermeld dat het voortbestaan van de dienst noodzakelijk bleef.
De taakstelling van de veldmedewerkers zou
geen verandering ondergaan.
Twee jaar later werd echter besloten de organisatie,
die toen onder leiding stond van de onlangs
overleden oud-PvdA-minister Max van der Stoel, te ontbinden.
Premier Lubbers schreef een bedankbrief, die
door de contactman aan alle agenten werd uitgereikt.
Daarmee was de kous klaarblijkelijk af.
Lubbers’ brief getuigt evenwel niet van een diep doorleefde dankbaarheid.
Veel agenten hadden immers jarenlang soms wel
25 jaar belangeloos een paar keer per maand geoefend.
De agenten moesten in elk geval beloven nooit
over hun ervaringen met iemand te spreken: geheimhouding bleef essentieel.
Op 15 juli 1996 constateerden onderzoekers Cees Wiebes en Bob de Graaff
dat bij de ministeries van Defensie en Algemene Zaken het archief met betrekking tot de organisatie
door een medewerker van de Sectie Algemene
Zaken de schuilnaam van de organisatie
– in 1992 eigenmachtig vrijwel geheel was
vernietigd.
Er was slechts een zeer klein gedeelte
bewaard gebleven.
In de Tweede Kamer kwam dit ter sprake: ‘De minister van Defensie
heeft bij brief van 31 oktober 1996 de Vaste Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
op de hoogte gesteld van de illegale
vernietiging.
Maatregelen tegen de betrokkene zijn wel
overwogen, maar niet uitgevoerd.’
Het dagblad Trouw meldt op 16 juli 1998 hoe de voormalige secretaris-generaal Algemene Zaken R.J. Hoekstra
volhield dat de omstreden archieven helemaal niet waren vernietigd;
ze werden volgens hem keurig bewaard op
microfiche.
Inmiddels zijn na de opheffing van de
organisatie bijna twintig jaren verstreken.
Toch blijft er nog veel geheimzinnigheid rond de Nederlandse stay-behindorganisatie
die gedurende de Koude Oorlog functioneerde.
Steekhoudende argumenten voor geheimhouding
van een openbaar geheim lijken niet meer aanwezig.
Formeel wordt het bestaan van de organisatie tot 1992 niet meer ontkend,
maar door jarenlange mystificatie en onvolledige informatie is het beeld ontstaan
van een geheimzinnige, zwaarbewapende,
rechtse militie.
Een wetenschappelijke en volledige geschiedschrijving zou veel bestaande indianenverhalen
over de dienst kunnen ontzenuwen.
Bovendien zou de tientallen agenten die zich jarenlang
zonder enige vergoeding voorbereidden
op een buitengewoon gevaarlijke missie in
oorlogstijd recht worden gedaan.
Pogingen tot geheimhouding en niet-openbaarmaking van stukken
houden een vervormd beeld van de Nederlandse
stay-behind in stand.
Herman Schoemaker studeert geschiedenis in Utrecht
en volgt de master Internationale
Betrekkingen in Historisch Perspectief.
Hij maakte van 1963 tot 1989 deel uit van de
Nederlandse stay-behind.
Meer weten?
Boeken
Lees over de Nederlandse ‘Gladio’ Gladio
der vrije jongens (1992) van Bob de Graaff en Cees Wiebes.
Dick Engelen schreef in opdracht van de
ministeries van Algemene Zaken en Defensie het PIVOT-rapport
De Nederlandse stay-behind organisatie in de
Koude Oorlog 1945-1992 (2005, nr. 166).
Zie over de MID: Dick Engelen, De Militaire Inlichtingen Dienst 1914-2000 (2000)
en over de IDB: Bob de Graaff en Cees Wiebes,
Villa Maarheeze.
De geschiedenis van de Inlichtingendienst
Buitenland (1998).
Over de Bescherming Bevolking publiceerde
Bart van der Boom Atoomgevaar?
Dan zeker BB. De geschiedenis van de
Bescherming Bevolking (2000).
Over de West-Europese stay-behind-organisaties gaat het overigens
niet altijd even betrouwbare boek van Daniele Ganser:
NATO’s Secret Armies, Operation Gladio and
Terrorism in Western Europe (2005).
Documentaire
Op 9 september 2007 zond de KRO een
aflevering van het programma Reporter uit over ‘Gladio in Nederland’.
De uitzending is te bekijken op http://reporter.kro.nl/uitzendingen/2007/0909_gladio_in_nederland/intro.aspx
.
Daar is ook veel ander materiaal over de
Nederlandse stay-behind te vinden.
https://www.historischnieuwsblad.nl/
door Frank PF1SCT
* ingezonden door Frank PF1SCT: Vervolg op artikel astronauten.
Staat op nos.
ESA heeft vandaag meer bekendgemaakt over de selectieprocedure
voor de nieuwe lichting Europese astronauten
die de ruimtevaartorganisatie gaat werven.
Er worden duizenden aanmeldingen verwacht voor de selectieprocedure die op 31 maart begint,
maar slechts vier tot zes van hen zullen de
eindstreep halen.
Waar is ESA naar op zoek?
Hoofd talentenwerving ESA vertelt in deze
video waaraan kandidaten moeten voldoen en wat hen te wachten staat:
ESA zoekt nieuwe astronauten, dit moeten ze
in huis hebben
Vorige week werd al bekendgemaakt dat voor
het eerst in ruim 11 jaar een nieuwe selectieprocedure gaat starten.
In vijf online persconferenties in
verschillende talen gaf ESA vandaag meer informatie.
Naast de vier tot zes 'carrière-astronauten' die zeker de ruimte in zullen gaan,
zet de ruimtevaartorganisatie een reservepool op van 20 astronauten die kunnen worden opgeroepen voor kortere vluchten,
bijvoorbeeld in samenwerking met commerciële
partners.
Belangrijkste eisen
De belangrijkste eisen die aan kandidaten worden gesteld is dat ze een mastertitel hebben
en minstens drie jaar ervaring in werkvelden als natuurwetenschappen, medicijnen, techniek,
wiskunde of computerwetenschappen.
De bedoeling is dat de carrièreastronauten na hun training in ieder geval een vlucht
naar het internationale ruimtestation ISS
gaan maken.
Het ISS blijft waarschijnlijk nog tot 2030
operationeel.
Daarnaast mag ESA ook drie astronauten leveren voor vluchten naar de Gateway,
het nog te bouwen kleine internationale
ruimtestation dat in een baan om de maan gaat draaien.
Traditioneel leveren de landen die het meeste bijdragen aan het ESA-budget,
zoals Duitsland, Frankrijk en Italië, meer
astronauten.
Maar de organisatie benadrukt dat tijdens de selectie alleen naar de kwaliteiten van de kandidaten wordt gekeken,
niet naar nationaliteit.
Pas helemaal aan het eind wordt besloten wie
in de kleine groep carrièreastronauten terechtkomt.
Bron NOS Frank PF1SCT.
* Goede middag Edmond.
Is dit iets voor de Ronde voor Morgen (
Woensdag )
21:14 NASA
toont video van landing Marsrover Perseverance
73 Ben 19hs1511
* Hallo luisteraars
Op de volgende site las ik dat Yaesu een nieuwe
tafel microfoon heeft uitgebracht.
https://qrznow.com/yaesu-m-70-desktop-microphone/
Er staat "More info soon..."
Maar op de site van Marcus heb ik meer info
hierover gevonden.
https://www.hamshop.nl/yaesu-m-70.html
Frans PA3CAZ
*Dit kwam PA3W Wil tegen voor onze HF freaks.
https://www.hfkits.nl/bouwbeschrijving-antenne-trap/
Wil PA3W
*Onze moppen van de Week:
Een stomdronken man verlaat de bar en op de parking gekomen stopt hij bij de eerste wagen.. .........
en betast het dak
"D'as de mijne niet".
De volgende wagen ondergaat hetzelfde lot
"Het is 'm nog niet "
De parkingwachter bekijkt het schouwspel en
vraagt aan de man
"Waarom betast je het dak van die
wagens, denkt je zo je wagen te herkennen?
Waarop de man antwoord,
Ja............ op de mijne staat een blauw
zwaailicht.................
Twee dronken kerels zijn 's avonds laat op
weg naar huis en komen op de spoorrails terecht.
Ze kruipen over de bielzen verder.
'Jemig, wat een lange trap', zegt de een.
'O, maar ik hoor de lift al aankomen', zegt
de ander.
Een kantoormedewerker vraagt aan zijn
vrouwelijke collega:
"Goh, leuk truitje.
Van kamelenstof gemaakt misschien?
Zij: "Hoezo?"
"Nou, ik dacht vanwege die ... twee
bulten..."
ff stil .....
Zij: "Mmmm en die leren jas van jou dan,
die is zeker van varkensleer..."
Hij : "Hoezo ?"
"de kop zit d'r nog aan!"
Weet je waarom 21 maart is uitgeroepen tot de
dag van de ambtenaar?
Op 21 maart is de winterslaap voorbij en
begint de voorjaarsmoeheid.
https://www.lachjekrom.com/
Edmond PA3E
*Heeft
ook u iets te koop.
Of
weg te geven of u zoekt iets.
Misschien
hebt u informatie nodig?
Laat
het weten via het ORB e-mailadres
wij
nemen het dan op in de ronde.
Misschien
kan een medeamateur u helpen*
Zo
nu zijn we weer aan het einde gekomen van deze 769e
ronde.
Johan
PD2JCW, en Frank PF1SCT
en
onze vast copy leveranciers
wensen
u nog een prettige avond verder.
Tot
de volgende ronde maar weer.
Het
ORB TEAM
Terug
naar de Ronde